De heer Van der Hem herhaalt zijn vraag, wanneer burgemeester en wethouders
van "verkoop" op "erfpacht" zijn overgestapt.
De voorzitter meent, dat dit niet terzake doet. Wellicht is dit enige maanden
geleden, zegt spreker. Wij hebben daarna met de heer De Visser geconfereerd over
erfpacht, totdat De Visser tot grote verbazing van het college begin januari j.l.
een verzoek indiende^oor aankoop van het bewuste terrein. Er staan echter zoveel
belangen van de recreatie op het spel, dat burgemeester en wethouders niet anders
kunnen adviseren dan: uitg5.fte in erfpacht. De mening van de heer Hondema, dat
aan De Visser geen andere plaats kan worden aangewezen, acht spreker niet juist.
De raad heeft zelf destijds bij besluit het terrein aan de Rechte Grou aange
wezen als de plaats, waar dergelijke bedrijven gevestigd kunnen worden. Er is
weliswaar een brug aanwezig, maar dat behoeft geen onoverkomenlijk bezwaar te
zijn. Spreker kent elders vele soortgelijke bedrijven, die veel ongeriefelijker
ten opzichte van het water zijn gelegen. Al deze bedrijven moeten het hebben van
de grote leveringen. Daarom is het voor een bedrijf als dat van De Visser geen
enkel bezwaar aan de Rechte Grou te zitten. Als zo'n bedrijf zich eenmaal geves
tigd heeft, zal zeer spoedig blijken, dat de ogenschijnlijk minder gunstige lig
ging geen enkele moeilijkheid oplevert. Wij moeten twee dingen goed onderscheiden:
het gemeentebelang is gediend met de stichting van een goed geoutilleerd motoren-
bedrijf, ongeacht op welke plaats dit bedrijf gevestigd is; het is een puur
priv^-belang, wanneer De Visser precies op dié plaats zijn bedrijf wil vestigen.
Moeten wij nu terwille van dit privébelang tot verkoop overgaan en daardoor voor
goed onmogelijk maken, dat een voor de recreatie belangrijke plaats wordt veilig
gesteld, vraagt spreker. Had de raad ooit - tien jaar gelegen toen het water aan
Molenaar en Wester werd verkocht - kunnen denken, dat wij ons er nu over verheugen,
dat de gemeente dit water terug kan kopen Tot de heer Hondema zegt spreker, dat
het thans moeilijk te beoordelen is, of dit terrein na 30 jaar voor de recreatie
al dan niet nodig zal zijn en dan eventueel tot verkoop zou kunnen worden overge
gaan. Dat zal, over 30 jaar, het dan zittende gemeentebestuur moeten beoordelen.
De stormachtige ontwikkeling, waarover de heer Sjoerdsma heeft gerept, is momenteel
inderdaad aan de gang. Maar de ontwikkeling zal zich misschien nog in de breedte
voortzetten: groei van de afmetingen - grotere boten -, groei van botenbezit.
Spreker w.jst voorts op de stichting van een nieuwe jachthaven en een zwembad in
de toekomst. Er zullen dan ongeveer 1000 schepen in en bij de jachthaven liggen.
Het zwembad zal niet slechts voor Grouw, Roordahuizum, Warga en Wartena bestemd
zijn, maar ook door duizenden toeristen bezocht worden. In dit verband voorziet
spreker, dat de dam in de Wijde Galle op de duur vervangen zal worden door een
brug, vrat ook de wens is van de gedeputeerde staten. Dit ook, omdat steeds meer
de neiging ontstaat om de toeristenvaart buiten de grote kanalen te houden. Als
gevolg van vele schepen, welke dan die hoek moeten passeren, zal een hinderlijk
gedrang ontstaan van wachtende schepen, die bij de door De Visser te plaatsen
benzinepompen willen tanken en waar maar één schip tegelijk ligplaats kan krijgen.
Tenslotte zegt de voorzitter, dat burgemeester en wethouders onder de druk, die
in de vorige raadsvergadering op het college is uitgeoefend, thans voorstellen de
erfpachtstermijn van 30 jaar te brengen op 40 jaar. Voor verdere concessies kunnen
zij geen verantwoording op zich nemen.
De heer Van der Hem zegtdat hij nog steeds geen antwoord heeft gekregen op
zijn vraag, waarom de raadsleden eerst heden dit voorstel hebben ontvangen.
De voorzitter antwoordt, dat de voorbereiding soms meer tijd vraagt dan veronder
steld wordt. Bovendien hebben burgemeester en wethouders aangenomen, dat nader
overleg door de raad niet meer nodig was, omdat deze zaak reeds van alle kanten
belicht is.
De heer Van der Hem is niet bevredigd. Wanneer aan De Visser een ongunstige plaats
voor zijn bedrijf wordt aangewezen, zullen de klanten het eerst naar De Schiffart
gaan, omdat die zaak gunstig gelegen is. Indien burgemeester en wethouders direct
over erfpacht hadden gesproken, had De Visser zijn aanvraag kunnen intrekken en
niet duizenden guldens behoeven te investeren voor de voorbereiding.
De voorzitter -