GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
11Voorstel tot het instellen van een enquête
onder de bejaarden.
No. 612.
Aan de gemeenteraad,
Grouw, 1 maart 1966,
Het zal u niet onbekend zijn, dat de gemiddelde leeftijd van de bevolking
in de afgelopen jaren is gestegen.
Dank zij de gunstige levensomstandigheden, de vooruitgang van de medische
wetenschap en de betere hygiëne is het aantal personen ouder dan 65 jaar aanzien
lijk toegenomen. Voor wat deze gemeente betreft, kan dit aantal worden gesteld
op bijna 15% van de totale bevolking.
Het behoeft geen betoog, dat in verband hiermede de bemoeiingen, welke de
overheid met deze bevolkingsgroep aan de dag legt, zich hebben geïntensiveerd.
Wij denken hierbij aan de oprichting van bejaardentehuizen, het stimuleren van
bejaardensociëteiten, het verstrekken van huishoudelijke hulp e.d.
Het is ons gebleken, dat ondanks deze activiteiten, in meerdere gezinnen
van bejaarden op bepaalde gebieden een verre van rooskleurige situatie heerst.
Zo laat in sommige gevallen de voeding te wensen over - sommige bejaarden genieten
slechts ëën of enkele malen per week een warme maaltijd, terwijl ook de huishoude
lijke hulp onvoldoende is. Heliswaar verrichten de stichtingen voor gezinszorg
wat dit laatste betreft, nuttig werk, doch wegens personeelsgebrek kunnen zij in
het algemeen niet voldoende bijstand verlenen.
In ëën uwer vorige vergaderingen is door ëën der raadsleden reeds gewezen
op de onbevredigende toestand, waarin meerdere bejaarden verkeren.
Verder heeft ons dezer dagen van de zijde van de afdeling Grouw van de Unie
van Vrouwelijke Vrijwilligers het verzoek bereikt, om de instelling van een en
quête naar de levensomstandigheden, wensen en verlangens van de bejaarden te be
vorderen. Met erkentelijkheid mogen wij constateren, dat genoemde U.V.V. zich be
reid heeft verklaard, vrijwilligsters voor deze enquête in Grouw beschikbaar te
stellen. In de andere dorpen zouden de V.H.V.'s hiervoor kunnen worden ingescha
keld.
Wij zijn van oordeel, dat het houden van een enquête als hier bedoeld, het
nodige effect zal sorteren. Immers, zal de gemeente een gericht beleid willen
voeren ter leniging van de bestaande nood, dan zal zij moeten beschikken over de
feitelijke gegevens. Deze gegevens zullen in een kaartregister kunnen worden ver
werkt en aan de hand van de resultaten der enquête zal moeten worden bepaald,
welke maatregelen wenselijk of noodzakelijk zijn. Met het oog op dit laatste zijn
wij van oordeel, dat het aanbeveling verdient te zijner tijd een "Commissie voor
Bejaardenzorg" in het leven te roepen, waarin diverse kerkelijke en particuliere
instellingen, verenigingen en de overheid vertegenwoordigd zijn en waarvan door
ons college de voorzitter wordt benoemd. Deze commissie zou dan, onder verantwoor
delijkheid van burgemeester en wethouders leiding kunnen geven aan en van advies
kunnen dienen omtrent de bejaardenzorg in de ruimste zin van het woord.
Vooralsnog kunnen wij ons bepalen tot de financiële consequenties van de te
houden enquête. Deze zullen zich, mede omdat de enquête zelve door vrijwilligsters
kan geschieden, beperken tot het vervaardigen van enquêteformulieren en kaarten,
waarop de gegevens worden verwerkt. Met een en ander z al een uitgave van ten
hoogste f. 500,zijn gemoeid, welke bedrag ten laste van de post "Onvoorziene
- uitgaven -