2S3E
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No. 921
11. Voorstel tot vaststelling van een verordening
betreffende het plaatsen van "benzinepompen aan
de openbare weg.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 4 april 1966.
De gezamenlijke garagehouders en houders van "benzine
pompen in deze gemeente hebhen zich met een adres tot uw colle
ge gericht met het verzoek de mogelijkheid te "bezien,voor
schriften vast te stellen "betreffende het plaatsen van "ben
zinepompen.
Naar aanleiding van dit verzoek merken wij op,dat in tal
van gemeenten met een intensief verkeer van motorrijtuigen
gedurende de laatste tijd "benzinepompen als paddestoelen uit
de grond oprijzen. De zo genaamde" witte" "benzinepompen zijn
daaraan niet geheel vreemd. Hoewel dit verschijnsel zich tot
heden alhier nog niet voordoet, zal de situatie zich onge
twijfeld in de toekomst - naar mate het autoverkeer toeneemt -
ook in deze gemeente in die richting gaan ontwikkelen. Als
gevolg van deze ontwikkeling kan:
a. de veiligheidvan het verkeer in gevaar worden gebracht;
b. de vrijheid van het verkeer worden belemmerd;
c. schade worden toegebracht aan het dorpsschoon en/of het
landschapsschoon.
Om die redenen achten wij het gewenst, dat reeds thans voorz
voorzieningen worden getroffen, om regelend te kunnen optre
den in die zin, dat het plaatsen, het hebben of het geheel
of voor een gedeelte uitbreiden van benzinepompen op of aan
de openbare weg afhankelijk wordt gesteld van een vergunning
van ons college, ongeacht een eventuele nodige vergunning
ingevolge de Hinderwet.
Blijkens bijgaande concept-verordening moet de vergun
ning door ons morden geweigerd, indien door de aanwezigheid
van een benzinepomp:
a. de vrijheid van het verkeer in gevaar zal worden gebracht;
b. de vrijheid van het verkeer zal worden belemmerd;
c. schade zal worden toegebracht aan het dorpsschoon en/of
landschapsschoon.
Voorts is weigering mogelijk, indien de benzinepomp
zou vorden geplaatst:
a. op een afstand minder dan 500 m van een bestaande pomp
op of aan eenzelfde openbare weg;
b. op een afstand minder dan 50 m van een openbare weg;
c. op een niet-verhoogd voetpad;
d. op een verhoogd voetpad, ter breedte van 2,50 m of minder;
e. in de nabijheid van een bushalte.
Teïislo"t"te zal er grond voor weigering kunnen zijn:
a. indien de benzinepomp zou worden geplaatst voor een ander
perceel dan dat, waarbij de installatie behoort;
b. indien de benzinepomp, bestemd voor verkoop aan derden,
zou worden geplaatst:
1. anders dan bij een bedrijf, uitsluitend of in hoofdzaak
bestemd voor het herstellen van motorrijtuigen in een
gebouw;
2. bij een bedrijf, bestemd voor het stallen, onderhouden
en herstellen van rijwielen met hulpmotor, tenzij de
aanvrage betrekking heeft op een pomp voor mengsmering;
-c-
V