- 2 -
Ad 3. Het streven is gericht op een meer soepele wijze van uitvoering der wet.
Met name zal van de gegeven middelen tot ingrijpen zo weinig mogelijk
gebruik moeten worden gemaakt, terwijl zo nodig ook het aantal gevallen,
waarin woonruimtevergunningen niet mogen worden geweigerd, zal worden
uitgebreid. Van lieverlede zal dan de wet geheel ter zijde worden gesteld.
Bovenbedoeld complex van maatregelen zal slechts worden ingevoerd in die
gebieden, waar in de loop van 1967 - het jaar, waarin met lossere vormen van
huurprijsbeheersing een aanvang zal worden gemaakt - een redelijke mate van
evenwicht op de woningmarkt te verwachten is. Bovendien zal ook de bouwcapa
citeit in de desbetreffende gebieden zo groot moeten zijn, dat een verruiming
in de bouwmogelijkheden in die streken geen reden tot ongerustheid behoeft te
geven. In dit verband acht de minister tevens het aantal reële aanvragen om
subsidiëring of rijksgoedkeuringdat nog op honorering wacht, van groot belang.
De omvang van de streken, die bij de nieuwe maatregelen worden betrokken,
zal zo groot moeten zijn, dat binnen het gebied, waar een zekere mate van vrij
heid heerst, geen eilanden worden gevormd, die de ontwikkeling naar meer normale
verhoudingen in de gehele streek zouden kunnen belemmeren.
Ten aanzien van de te treffen maatregelen zal geen onderscheid worden ge
maakt naar de verschillende streken, waar de grotere vrijheid kan worden toege
staan. Hoogstens zal, gelet op de plaatselijke situatie, enig verschil kunnen
worden gemaakt in het tijdstip van invoering van bepaalde onderdelen daarvan.
Wat de situatie op de woningmarkt betreft, die omstreeks het begin van
1967 in Friesland valt te verwachten, stelt de minister, dat het kwantitatieve
overschot alsdan 3% van de totale behoefte zal bedragen. Bij deze raming is mede
rekening gehouden met de resultaten van de migratie, alsmede met een zekere mate
van krotvervanging
De minister heeft het oordeel van de gemeenteraden in Friesland gevraagd
omtrent de invoering van vorenbedoeld complex van maatregelen.
Wat deze gemeente aangaatmogen wij opmerken, dat op dit moment zeker
geen woningoverschot bestaat. Integendeel. Op de lijst van woningzoekenden (zie
overgelegde bijlage) komen te Grouw nog 197 gevallen voor, te Wartena 17, te
Roordahuizum 2h en te Warga 33.
Gerekend naar de gevallen, die een economische binding met de gemeente
hebben en thans niet over een woning beschikken kan het aantal voor Grouw worden
teruggebracht tot 21, voor Wartena tot 3, voor Roordahuizum tot nihil en voor
Warga tot 12.
Zoals bekend zijn momenteel 37 woningwetwoningen in aanbouw en zal binnen
kort een aanvang worden gemaakt met de bouw van een complex van 31 woningen. In
de loop van 1967 zal de woningvoorraad dus met 68 woningen stijgen.
Zo gezien zou dus in 1967 het tekort nagenoeg zijn weggewerkt, ook als
rekening wordt gehouden met de inschrijving van een aantal nieuwe woningzoeken
den.
De noodzaak, om woningwetwoningen te bouwen, blijft ook dan echter be
staan. Immers blijkens dezer dagen ontvangen mededeling zal wegens uitbreiding
van de Frico te Warga tot 1970 behoefte bestaan aan de bouw van U0 woningen.
Verder heeft de N.V. Halbertsma te Grouw laten weten, dat zij ten behoeve
van haar personeel prijs stelt op de bouw van ongeveer 50 woningen. Tenslotte
zal ook de personeelsvoorziening van de scheepswerf van de fa. Bijlsma te War
tena met enige nieuwbouw gediend zijn.
In een op 10 mei j.l. gehouden vergadering van de afdeling Friesland van
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft de minister van Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening nog eens onderstreept, dat het in de bedoeling ligt,
de continuïteit in de woningwetsector te verzekeren, en dat bovendien de gemeen
ten in bijzondere gevallen via gedeputeerde staten een extra-contingent toege
wezen kunnen krijgen.
Aan de aangekondigde maatregelen is voorts voor deze gemeente het voordeel
verbonden, dat de bouw van niet-woningwetwoningen door de nieuwe rijksgoed-
keuringsregeling op korte termijn op gang kan worden gebracht, waardoor stellig
- een zekere -