- 4 - Men zou zich kunnen indenken, dat grondeigenaren er erg mee gehaat zou den zijn, indien zij deze grondstroken aan een instantie als de Marre- krite zouden kunnen verkopen. Immers zij zouden alsdan van veel overlast bevrijd zijn. Zodra hen echter een bod op de grond wordt gedaan, blijkt daarin kennelijk goud te zitten. Bovendien worden door hen dikwijls ne- venwensen naar voren gebracht. In de praktijk komt het er op neer, dat de boer oevergeld invordert en dat het betreffende waterschap de gemeente weer op de kop zit. Verder merkt de voorzitter óp, dat de vervuiling ook ontstaat door een tekort aan vuilnisbakken. Als men weet, dat de kosten van één vuilnisbak op f.25,- tot f.30,— moet worden gesteld, is men gauw uitgesproken, al dus spreker. Met de heer de Boer is de voorzitter van mening, dat uit het onderhavige probleem nog vreemde dingen kunnen voortvloeien! men wordt steeds onhebbelijker en brutaler op het water. De heer de Boer wil de watersportverenigingen inschakelen en de kosten, welke met het aanpakken van het probleem zijn gemoeid, gezamandijk dragen. De voorzitter is het met deze zienswijze niet eens. De eigen inwoners zouden door een zodanige maatregel te zwaar worden belast. De heer de Boer suggereert voorts de watersportters een aqnlegvergunning te vers tic kkenwelke bij onbehoorlijk gedrag zou kunnen worden ingetrok ken. De voorzitter acht dit voor de praktijk geen oplossing. De vrijheid op het water wordt grotendeels ontnomen door de aanwezige zomerhuisjes, maar ook door de woonschepen en speedboten. Wethouder de Jong meent dat het met de vernielingen in het watersportge— bied nog wel meevalt. Hij vestigt de aandacht op de door de Marrekrite onder meer in de Oude Venen ingerichte aanlegplaatsen, die veel geld heb ben gekost. De heer Hondema zegt, dat, indien de gemeentesteigers in het Pikmeer er niet waren geweest, de rietzoom langs de Meersweg reeds kapot zou zijn. voorzitter antwoordt, dat de meeste mensen hun boten met de kep op de wal of in het riet varen en daardoor onbewust vernielingen aanrichten. Hun handelingen getuigen echter eveneens van een zekere onverschilligheid. Mevrouw Kuiper acht het wenselijk in de folders de nodige aandacht te schenken aan de noodzaak tot het behouden van rietkragen en het tegengaan van vernielingen. Tenslotte zegt de voorzitter dat de vraag van de heer de Boer voortdurend aan de orde komt. dat de, raadsleden. e« brief van de heer Hobert te Wartena hebben ontvangen inzake de aanschrijving tot het afbreken van zijn woonkeet. Hij vraagt? hoe. burgemeester en wethouders tot dit besluit zijn gekomen. D® voorzitter antwoordt, dat het college terzake met een voorstel in de raad zal komen. Hierna sluiting. Ongewijzigd vastgesteld in de openbare raadsvergadering augustus 19^6 voorzitter. ecretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1966 | | pagina 9