35E
Ü53E
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
23. Voorscel tot vaststelling van een nieuwe
bouwverordening
No. 2908.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 2 november 1966
Bij schrijven van 3 mei 1965 heeft de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten een modelbouwverordening, zoals deze door de Adviescommissie voor de
unificatie en de toepassing van gemeentelijke bouwverordeningen is samenge
steld, aan de gemeentebesturen toegezonden. Een exemplaar van het model met
toelichting treft u hierbij aan.
Het bestuur der vereniging heeft dit model aan haar leden toegezonden
met de bedoeling, om het te gebruiken bij de aanpassing van de gemeentelijke
bouwverordeningen in verband met de invoering van de nieuwe woningwet.
Reeds in 1952 verscheen het verslag van de door de minister van weder
opbouw en volkshuisvesting ingestelde Studiecommissie Bouwvoorschriften, on
der voorzitterschap van Prof. Dr. Ir. J.P.Mazure met het doel, grotere uni
ficatie van de bouwvoorschriften in Nederland te bewerkstelligen. Bestudering
van dit verslag, ook wel genoemd model-bouwverordening Mazure, in de kring
van de Nederlandse Gemeenten door een commissie onder leiding van Dr. Ir. F.
Bakker Schut, leidde in 1956 tot de instelling van bovengenoemde, veelzijdig
samengestelde adviescommissie, bestaande uit 27 leden, die als representanten
konden worden beschouwd van alle bestuurlijke en technische organen, die met
het bouwen direct of indirect te maken hebben.
Tijdens de voorbereidende werkzaamheden is herhaaldelijk overleg ge
pleegd met verschillende belanghebbende instanties en instellingen. Hoewel
aanvankelijk gestreefd werd naar unificatie van voornamelijk de bouwtech
nische bepalingen is bij de verdere werkzaamheden van de commissie ook aan
dacht besteed aan de woontechnische-stedebouwkundige- en administratief-
juridische bepalingen. Daarvoor is thans een compleet model, voor een aan de
nieuwe woningwet aangepaste bouwverordening tot stand gekomen. Ingevolge de
overgangswet ruimtelijke ordening en volkshuisvesting is aan de gemeenten
voor deze aanpassing een termijn van drie jaren gegeven na de inwerkingtreding
van de nieuwe woningwet.
Alleen reeds uit praktische overwegingenzou het aanbeveling kunnen
verdienen, het model in zijn geheel over te nemen. Waar het echter vooral om
gaat, is de unificatie van de bouwtechnische bepalingen, opgenomen in hoofd
stuk 3 - afdeling B - inrichting van gebouwen, afdeling C - constructie van
bouwwerken - afdeling D - bijzondere bepalingen.
In dit verband kunnen ook nog worden genoemd de voorschriften van hoofd
stuk 8 voor de uitvoering van bouwwerken.
In tegenstelling met de bepalingen in de bestaande bouwverordening en
ook met het model Mazure-1952 is thans gekozen voor zodanige functionele be
palingen, dat niet traditionele constructies en materialen - die een steeds
grotere toepassing vonden en in versterkte mate zullen vinden - aan daarop
afgestemde voorschriften van de bouwverordening zullen kunnen worden getoetst.
Deze bepalingen zijn zodanig opgezet, dat de functies, waaromtrent eisen wor
den gesteld, in de bepalingen worden genoemd en dat voor de waarde, die de
constructie of het materiaal voor elk van die functies tenminste moet bezit
ten, verwezen wordt naar als onderdeel van de verordening vast te stellen
- tabellen -