GEMEENTE IDAARDERADEEL GROUW Aan de gemeenteraad. Grouw, 29 december 1966. De Financiële Commissie heeft heden de iri*haar handen gestelde concepten van de gemeentebegroting met toebehorenvan de begroting van het grondbedrijf en het gasbedrijfalsmede de begrotingen van de Stichting Recreatie-oord, alle voor het dienstjaar 19^7een onderzoek onderworpen. Zij heeft daarbij geconstateerd, dat de ramingen voor het verbruik van huisbrandolie zijn gebaseerd op een eenheidsprijs van 1U cent per liter, ter wijl in werkelijkheid per liter slechts 9,95 cent wordt betaald en de over blijvende marge wordt gebruikt voor onderhoud van de centrale verwarmingsinstal laties e.d. De commissie zal het op prijs stellen, dat voortaan reële gespecificeerde ramingen voor het olieverbruik en het onderhoud worden aangehouden, omdat anders geen juist inzicht in de betrokken begrotingsposten kan worden verkregen. Haar het oordeel der commissie is het een onbevredigende situatiedat de geraamde uitgaven voor het openbaar gewoon lager onderwijs en voor het bijzonder gewon lager onderwijs bij de vergoedingen achterblijven en wel tot bedragen van respectievelijk f.19^58.- en f.10339.-. Bit houdt in, dat bepaalde andere voor zieningen met deze overschotten ten koste van het lager onderwijs worden gefi nancierd. Zij acht dit in wezen onjuist en is van gevoelen, dat voortaan aan deze zaak bijzondere aandacht moet worden besteed. De meerderheid der commissie kan zich verenigen met de voorgenomen schrap ping van het subsidie voor de lagere landbouwschool te Roordahuizum, terwijl de minderheid met het oog op de opheffing van de school in de naaste toekomst het subsidie vooralsnog wenst te handhaven. De commissie is voorts in meerderheid van oordeel, dat het in verband net de begrotingspositie gewenst is, dat het subsidie voor de zangverenigingen wordt gehalveerd, zulks mede omdat het mogelijk moet worden geacht, bij optreden elders door middel van entreegelden e.d. tot een sluitende exploitatie te komen. De minderheid der commissie stelt zich op het standpunt, dat de werkzaamheid dezer verenigingen voor het culturele leven van zodanig belang is, dat een onverkorte handhaving van het subsidie voorshands verantwoord is. Gelet op de omvang van het studiefonds (rond f.lUOO.-) en de mogelijkheid voor belanghebbenden om een bijdrage te verkrijgen uit provinciale studiefondsen, is de commissie verder van mening, dat de storting van f.750.- dit jaar achter wege kan blijven. De meerderheid der commissie trekt het nut van het voortbestaan van het Streekorgaan Midden-Friesland in twijfel en acht het orgaan een doublure van andere goed geoutilleerde instellingen, zoals het E.T.I.F. Zij meent derhalve, dat het uitgetrokken bedrag van f.380.- een aflopend karakter moet worden ge geven en dat het subsidie voor 19^7, mede in verband met de financie'le positie der gemeente moet worden gehalveerd. De minderheid is van oordeeldat het bedrag moet worden gehandhaafdmaar dat voor een eventuele verhoging van het subsidie geen aanleiding bestaat De commissie is verder de mening toegedaan, dat het onbillijk is, dat de be volking van Idaarderadeel ten volle de lasten moet dragenwelke voortvloeien uit de steeds toenemende recreatie. Zij acht het daarom van belang, dat burge meester en wethouders worden uitgenodigd, een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van invoering van een toeristenbelasting op korte termijn, bijvoor beeld met ingang van 1 juli 1967, en zo mogelijk in overleg met de gemeenten Tietjerksteradeel en Staallingerland. - De commissie -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 163