Artikel 26.
De voorzitter deelt aan "burgemeester en wethouders mede welke leden door de
oudercommissies in de schoolraad zijn gekozen, alsmede de samenstelling van het
dagelijks bestuur. Burgemeester en wethouders geven van de samenstelling van de
schoolraad en van het dagelijks bestuur kennis aan de oudercommissies, aan de met
het toezicht op het lager onderwijs in de gemeente belaste inspecteur of inspec
teurs en, indien aanwezig, aan de ouderraad.
Artikel 27.
De schoolraad stelt een huishoudelijk reglement vast, dat is onderworpen aan
de goedkeuring van burgemeester en wethoudersHet wordtna goedkeuringin af
schrift toegezonden aan de met het toezicht op het lager onderwijs in de gemeente
belaste inspecteur of inspecteurs.
Artikel 28.
De voorzitter roept de schoolraad ten minste eenmaal per jaar bijeen. Hij is
tot het beleggen van een bijeenkomst gehouden, wanneer ten minste een derde van
het aantal leden hem dit schriftelijk verzoekt.
Deze bijeenkomst moet plaatsvinden binnen dertig dagen na het verzoek.
Artikel 29.
De schoolraad neemt kennis van de wensen en bezwaren, die door de oudercommis
sies, indien er geen ouderraad bestaat, onder zijn aandacht worden gebracht en
neemt deze in behandeling voor zover daarbij gemeenschappelijke belangen van de
openbare scholen in de gemeente zijn betrokken.
Slot- en overgangsbepalingen.
Artikel 30.
De leden van het rijksschooltoezicht en de ambtenaren, bedoeld in artikel 176,
derde lid, van de Lager-onderwijswet 1920, hebben in hun ambtsgebied toegang tot
de vergaderingen van de ouderraden en de schoolraden alsmede tot de ouderavonden.
De oproepingsbrief voor deze bijeenkomsten wordt hun tijdig toegezonden.
Artikel 31.
Burgemeester en wethouders kunnen op voorstel van een oudercommissie, ouderraad
of schoolraad een lid, als bedoeld in artikel 1, eerste volzin, met wie in rede
lijkheid geen verdere samenwerking mogelijk is, van zijn lidmaatschap vervallen
verklaren.
Artikel 32.
Voorzover in enig artikel niet anders is bepaald, worden geschillen, voort
vloeiende uit de toepassing van dit besluit onderworpen aan de beslissing van onze
minister van onderwijs en wetenschappen. De geschillen, voortvloeiende uit de toe
passing van de huishoudelijke reglementen van de oudereommissiesouderraden of
schoolraden, worden onderworpen aan de beslissing van burgemeester en wethouders.
Artikel 33.
1. Het K.B. 2U-10-1938, Stb 37*+, wordt ingetrokken.
2. Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit adviesorganen openbaar lager
onderwijs
Artikel 3*+.
De gemeentebesturen dragen zorg, dat binnen 6 maanden na de inwerkingtreding
van dit besluit de ter voldoening aan artikel 20 van de Lager-onderwijswet 1920
vereiste organen tot stand komen op de wijze, in dit besluit bepaald.
Soestdijk, 16 juni 1966Uitgegeven de zevende juli 1966.