3csE
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
11. Aanvraag van het bestuur der Sint Martinusschool
te Warga om medewerking ex artikel 72 der Lager-
onderwijswet 1920 voor de bouw van een derde
leslokaal
No. 253. Aan de gemeenteraad.
Grouw, 1 februari 1967
Het bestuur van bovengenoemde school verzoekt medewerking ex artikel
72 der Lageronderwijswet 1920 voor uitbreiding van zijn school, zulks we
gens toeneming van het leerlingental en de aanstelling van een derde
leerkracht.
In verband met deze aanvraag is door ons een onderzoek ingesteld
naar het aantal leerlingen en de klassebezetting nu en in de toekomstwaar
uit blijktdat het aantal leerlingen op 16 september 1966, 66 bedroeg,
verdeeld als volgt: 1e lokaal 26 (1e en 2e leerjaar)
2e lokaal 2b (3e en Ue
overblijflokaal 16 (5e en 6e
De verwachting voor 1 september 1967 is
1e lokaal 31
2e lokaal 22
3e lokaal 22_
totaal 75
op 1 september 1968jb leerlingen en
op 1 september 196979 leerlingen
Aan de twee leerkrachten (hoofd plus leerkracht) is sedert de aan
vang van het schooljaar 1966-1967 met toepassing van artikel 56, 2e lid
van bovengenoemde wet een derde leerkracht toegevoegd.
Uit bovenstaande prognose blijkt dat het aantal leerlingen van de
school, ook in de toekomst, de minimumgrens van 66, nodig voor handhaving
van de derde leerkracht, ruimschoots zal overschrijden.
De derde leerkracht geeft thans onderwijs in het z.g. overblijflo-
kaaltje, dat een oppervlakte heeft van slechts 20 m2, onvoldoende om de
leerlingen van het 5e en 6e leerjaar nu en in de toekomst te huisvesten.
Wij merken hierbij op, dat de huidige in gebruik zijnde leerlingensets
meer ruimte vragen dan de vroegere schoolbanken.
Voor de beoordeling van de vraag, of door de bouw van een derde lo
kaal de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, zou
den worden overschreden, kunnen wij meedelen, dat sedert het Koninklijk
Besluit van 7 november 1929, nr. 31 in achtereenvolgende uitspraken van de
Kroon is beslist, dat door inwilliging van de aanvrage tot aanwezigheid
van een eigen klaslokaal voor iedere wettelijk verplichte onderwijzer ener
bijzondere school de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te
stellen, in het algemeen niet worden overschreden. Wanneer echter het
grensgetal van de leerlingenschaal slechts met enkele leerlingen is over
schreden en niet vaststaat, dat de vereiste uitbreiding van het aantal
leerkrachtendus ook van het aantal lokalenook in de toekomst nodig is
acht de Kroon door inwilliging van de aanvrage voor uitbreiding, wel over
schrijding van de normale eisen aanwezig.
Waar uit de prognose van het toekomstige leerlingental met aan ze
kerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden geconcludeerd, dat de derde
leerkracht aan deze school in de toekomst zal kunnen worden gehandhaafd,
achten wij het gevaar voor overschrijding der normale eisen als bovenbe
doeld niet aanwezig.