Een controle die overigens nauwelijks zinvol kan worden genoemd, daar deze reeds geheel door het Verificatiebureau was uitgevoerd. In het onderhavige stuk wordt dan ook ten onrechte de nadruk gelegd op de houding van de financiële commissie. Vast staat slechts, dat deze commissie ten aanzien van haar "summiere sug gestie" unaniem optrad en mogelijk verder had willen gaan, maar onder gegeven taakomschrijving de beleidskwesties liever daar liet waar ze thuis horen, n.l. in de raad. Dat de brief van het bestuur van het recreatieoord de motie-Prange duidelijk weerlegt is onjuist. De argumenten van dit bestuur geven hoogstens een verklaring voor de gevolgde gedragslijn, maar tonen niet aan, dat de gevolgde gedragslijn ook metterdaad juist is geweest. Wat de basis dient te zijn voor een gezond financieel economisch beleid zetten wij hiervoor reeds uiteen. Zo ergens sprake is van politieke overwegingen en wellicht persoonlijk prestige, dan is het wel onder de punten a. en b. aan het slot van agendapunt 1U. Hier worden eenvoudig motieven gesuggereerd, die helemaal niet zoals hier voor reeds is gebleken aan de motie-Prange ten grondslag hebben gelegen. Met betrekking tot punt c. zij slechts opgemerkt, dat het niet aan de raad is te oordelen over onenigheid binnen een bestuurscollege van een andere in stelling, ook al is de gemeente garant voor een lening aan die instelling. Slechts de garantie en de eventuele complicaties die daarmee dreigen dienen onderwerp van discussie te zijn. De raad oordeelt toch ook niet in een echtelijke twist tussen een ambtenaar en zijn vrouw, ook al woont hij in een dienstwoning? Wij stellen dan ook de raad voor het voorstel van burgemeester en wethouders van de hand te wijzen als niet ter zake doende en het schrijven van het bestuur van de Stichting Recreatieoord te Grow voor kennisgeving aan te nemen. Hierna schorst de voorzitter de vergadering om de leden in de gelegenheid te stellen zich nader hierop te beraden. Na heropening der vergadering zegt de heer de Boer, dat het de heren van Gemeentebelangen blijkbaar ontgaan is, dat de voorzitter van de raad volgens de statuten ambtshalve voorzitter van het Recreatieoord is. Zij moeten de sta tuten van de stichting er maar eens op nazien. Wat de inhoud van de verklaring betreft, zegt spreker, dat het gehele stuit uitsluitend moet dienen als camou flage van de grove blunder van de lijstaanvoerder. Tegenover de opmerking, dat de toerist van heden niet mag profiteren ten koste van de toerist van morgen, kan men ook het omgekeerde stellende toerist van morgen behoeft niet te pro fiteren van de toerist van heden. Het Recreatieoord is geen stofzuigerfabriek of bankinstelling. Het is geen winstobject, maar het heeft niettemin een ge zonde financiële basis, aldus spreker, Hij uit felle kritiek op de houding van de raadsleden van Gemeentebelangen, die eerst hun goedkeuring hechten aan de begroting 1967 en daarna deze kritiek durven oefenen. Hij noemt dat een twee slachtige houding en zegt liever met "kerels" te maken te hebben dan met mensen, die met alle winden meegaan. Hij bestrijdt de mening van Gemeentebe langen, dat de raad niet zou mogen oordelen over onenigheid binnen het bestuur van het Recreatieoord. De raad heeft toch de heer Prange tot bestuurslid geko zen en als er van die zijde kritiek wordt geuit, dan mag de raad daar zeker over oordelen. Mevrouw Spijkstra kan zich niet begrijpen, dat de heren Van der Hem en Van de Lageweg, die beiden lid zijn geweest van de Financiële Commissie een derge lijke houding aannemen. Zij hebben toch altijd de begrotingen van het Recrea tieoord en het beleid van het bestuur goedgekeurd. De heer Van der Hem is bo vendien nog bestuurslid van het Recreatieoord geweest. De heer Menger is het met de heer De Boer eens In de Financiële Commissie is alleen de suggestie gedaan om de afschrijvingstermijnen te verkorten. Waarom worden nu al deze nieuwe argumenten naar voren gebracht? Dat had men eerder moeten doen. Op deze wijze wordt het wederzijds vertrouwen ernstig ge- s chaad - De voorzitter -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 15