8 - Op uw kritiek op het financieel economisch beleid van het Recreatieoord, kom ik straks terug» U zult geen antwoord aan mij tekort komen. Wat de aanloopkosten betreft, die staan tot de laatste cent geactiveerd op de balans. Voor de dekking er van zijn leningen afgesloten, die in 30 jaar worden afgeschreven en in de tarieven van het Recreatieoord is dit kostprijselement ingecalculeerd. Er is geen sprake van een geflatteerd beeld, want iedereen kan uit rekeningen en begrotingen precies en op eenvoudige wijze afleiden hoe de financiële situatie is. Wat de overzichtelijke opstel- ling van deze stukken betreft, hebben de penningmeester en de secretaris, die doorkneed zijn in dit vak, van de heer Moedt totaal niets te leren» Het Recreatieoord kan niet gesubsidieerd worden door de gemeente wanneer het zijn verplichtingen niet zou kunnen nakomen. Als de gemeente zou moeten bijspringen, dan komt het overeenkomstig de voorwaarde van de garantie overeenkomst, tegenover de gemeente in een schuldpositie te staan. Het zal die met aflossingen plus rente moeten delgen, precies als bij een lening. De heer Moedt blijkt geen enkel begrip te hebben van de taak van een finan ciële commissie. Het is juist niet haar taak zich tot boekhoudkundige con trole van de rekeningen te beperken. Dat heeft het accountantsbureau reeds gedaan. Het is vooral en bovenal haar taak, de raad rapport uit te brengen over het gevoerde financiële beleid. En dat is nu precies wat u hebt nage laten. U hebt blijkbaar cijfertjes zitten optellen en de bezwaren die u tegen het beleid had verzwegen. Daardoor hebt u gefaald als lid van de commissie. U hebt niet voldaan aan uw plicht en uw taak. Nogmaalshet hele betoog dat u zojuist hebt gehouden, is een al te door zichtige poging om de ernstige vergissingen die u hebt gemaakt te verhullen en uw aftocht te dekken. Ik wil nu wat dieper ingaan op het gevoerde financieel beleid van het Recreatieoord. Terecht heeft de heer Vledder reeds opgemerkt, dat t/m 1965 op de huisjes rond f. ^0.000 is afgeschreven op basis van 50 jaar» Wie meent, dat op basis van 25 jaar moet worden afgeschreven, kan dus zonder ingewikkelde rekenarij constateren, dat het dubbele, dus f. £o.OOO,-~ meer, had moeten worden afgeschreven. Dit feit blijkt ook open en bloot uit de reke- ningEr wordt door ons niets verhuld. Maar wat de heer Vledder nog niet kan weten is, dat de afschrijvingstermijn van de zomerhuisjes in 1966 reeds met tien jaar kan worden verkort. Dit betekent, dat de laatste 2k huisjes, die vorig jaar zijn gebouwd, meteen op een afschrijving van 1+0 jaar in de rekening worden opgenomen en dat ook de 7^- andere huisjes, gebouwd in de jaren 1962 - 1965, op een afschrijving van Uo jaar zijn gesteld. Gaan we nu op grond van de rekening 1966, waarin dat allemaal precies wordt weergegeven, opnieuw een eenvoudig rekensommetje maken, dan blijkt het volgende: Aannemende, dat een afschrijvingstermijn van 25 jaar de juiste is, kan ge constateerd worden, dat er t/m 1966 op de 98 bungalows rond f5k.8oÓ,— te wei nig is afgeschreven. Dit feit wordt voor niemand verborgen gehouden- iedereen kan er mee bekend zijn. Ook de raad. In de vergadering van 11 januari j.l. is dit nog zonder omhaal meegedeeld in antwoord op vragen van de heer Moedt. Ik heb toen gezegd, dat de afschrijvingstermijnen inderdaad te lang zijn, maar dat dit aanvankelijk opzettelijk is gebeurd om de aanloopverliezen te beperken, casu quo zo snel mogelijk tot een sluitende exploitatie te kunnen komen. Nooit tegenover wie dan ook is hiervan een geheim gemaakt. Het bestuur heeft altijd op het standpunt gestaan, dat het verkorten van af schrijvingstermijnen haar eerste zorg behoorde te zijn, zodra het Recreatieoord voltooid zou zijn. Hoe zou anders gehandeld moeten worden? De afschrijvingen hadden direct op 25 jaar gesteld kunnen worden. Dan hadden wij in de loop van 5 jaar rond f. 55.000,moeten lenen, b.v. bij de gemeente - Dan -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 19