- 12 - De heer De Boer ageert fel tegen hetgeen de heer Prange heeft gezegd. Deze man hoort hier niet thuis, maar veeleer in een klaverjasclub, zegt hij. De heer Prange heeft blijkbaar zitting genomen met de gedachte het boerenvolkje wel eens wat te leren. Hij noemt hem een "kwakzalver", welke uitdrukking hij op verzoek van de voorzitter terugneemt. Spreker is blij tot het "klootjesvolk gerekend te worden. Hij noemt de wijze, waarop de heer Prange de zaken naar voren brengt, laag bij de grond. Hij wijst er op, dat ieder fractielid van Gemeente belangen zich goed moet realiseren, dat hierdoor het wederzijds vertrouwen in ernstige mate is geschaad. Voorts zegt spreker, dat men op eenmaal genomen be slissingen niet terug behoort te komen. Ook de heer Moedt verdedigt een motie, waar hij niet achter kan staan. De overgelegde verklaring van Gemeentebelangen, noemt hij een stuk camouflage voor de grove blunder, die men begaan heeft. De heer Menger zegt, dat de heer Smits de Financiële Commissie zeer uitge breid heeft ingelicht over de financiële aspecten van het Recreatieoord. Door deze commissie zijn de posten, die haar enigszins "verdacht" voorkwamen op de keper beschouwd. De commissie heeft zich dus niet alleen bezig gehouden met cijfertjes tellen. De heer Van de Lageweg merkt op, dat de heer De Boer heeft gezegd, dat op ge nomen beslissingen niet wordt teruggekomen. Hij vestigt er de aandacht op, dat de heer De Boer op 8 december 1966 heeft gestemd voor de naam: Wierenwei". In de vergadering van 8 februari 1967 kwam de raad op dit besluit terug en werd de naam veranderd in: Oeble-om-weiDe heer De Boer stemde toen "voor". De heer Vledder zegt, dat deze vergelijking niet op gaat. In het onderhavige geval gaat het om een beleidskwestie. De voorzitter is verbaast over de simpele opmerkingen, waarmee de heer Moedt de aftocht dekt. Het treft hem, dat de heer Moedt met geen woord ingaat op zijn betoog, temeer, omdat spreker hem volledige gegevens verstrekt heeft en de heer Moedt dus voldoende gelegenheid heeft gekregen het standpunt van burgemeester en wethouders te bestrijden. Spreker vertelt onlangs een gesprek te hebben gehad met een bedrijfsleider van een zeer grote onderneming. Deze functionaris deelde hem mee, dat hij onmogelijk kan ingaan op de afzonderlijke adviezen van de aan het bedrijf verbonden econoom, secretaris, hoofd van het laboratorium en andere assistenten. Uit al deze specialistische adviezen dient de bedrijfsleider datgene te lichten, wat nodig is om het patroon van het bedrijf te bepalen. Anders zou het bedrijf binnen twee jaar failliet zijn. Eenzelfde gedragslijn dient te worden gevolgdmet betrekking tot het exploiteren van een recreatieoord. De aanschaffings waarde van de eerste zomerhuisjes kan worden gesteld op f. 9.000,per huisje. Dit bedrag zou thans bepaald moeten worden op f12.000, Het is echter om psychologische redenen niet mogelijk in deze tijd van recessie en werkloosheid de huurprijs met f. 2U,te verhogen. In een vorige vergadering heeft de heer Prange gezegd, dat hij misschien behept is met een economische tik. "De tik is waarschijnlijk harder aangekomen dan de economische kennis," zegt spreker. Hij wijst voorts nog op de verantwoordelijkheid, die het bestuur van het recrea tieoord heeft. Indien wij zouden besluiten de zomerhuisjes en schiphuizen af te schrijven op hun vervangingswaarde, zou de vereiste goedkeuring voor de daaruit voortvloeiende huurverhoging van het Ministerie van Economische Zaken niet wor - den verkregen. Het is indertijd een verstandig besluit geweest, de voorzitter van de raad ambtshalve het voorzitterschap van het recreatieoord op te dragen. Hij had graag van de heer Moedt gehoord, wat deze bedoelt met: "De voorzitter verkeert in een moeilijke positie Het is zoals de heer De Boer zegt, er moeten beslissingen worden genomen, waarmee in de praktijk gewerkt kan worden. Samenvattende zegt de voorzitter: Wie tegen het voorstel van burgemeester en wethouders stemt, moet zich goed realiseren wat dit betekent. Het betekent het volgende: 1. Hij keurt het goed, dat een raadslid in zijn kwaliteit als bestuurslid van het Recreatieoord, eerst het financiële beleid voor 1967 in het bestuur van het Recreatieoord goedkeurt. En dat hij er vervolgens toe meewerkt, dat in de ge meenteraad de gehele fractie waartoe hij behoort, datzelfde beleid zonder hoofdelijke stemming en ongewijzigd goedkeurt. - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 27