STICHTING RECREATIEOORD TE GROW.
Aan Heren Burgemeester en Wethouders
der gemeente Idaarderadeel
Grouw, 51 maart 1967
Edelachtbare Heren,
Het bestuur van de Stichting Recreatieoord
heeft kennis genomen van de motie,die de heer drs.A.J.A.Prange namens de
fractie van Gemeentebelangen op 15 maart j.l.tijdens de vergadering van de
gemeenteraad heeft ingediend.
Voor de goede orde laten wij de motie hieronder in extenso vol
gens
"De raad van de gemeente Idaarderadeel,op 15 maart 1967 in verga
dering bijeen,constateert:
a. dat de gemeente Idaarderadeel grote belangen heeft in de Stichting Recre
atieoord te Grouw;
b. dat de vaststelling van de rekening van deze stichting een grote niet
te accepteren achterstand vertoont en dringt er op aan deze zo snel
mogelijk in te lopen;
c. dat boekhoudkundig de rekening van deze Stichting akkoord is bevonden,
dóch dat het bedrijfseconomische beleid ernstige tekortkomingen vertoont,
met name voor wat betreft het hanteren van de afschrijvingstermijnen,het
vaststellen van de verhuurprijzen en de balanswaardering,
verlangt het advies van een onafhankelijke economische adviseur ten einde
de raad in de gelegenheid te stellen een juist oordeel te vormen over de
financiële positie van de Stichting Recreatieoord;
en gaat over tot de orde van de dag."
Deze motie en de discussie,die de gemeenteraad daarover heeft ge
voerd, zijn door het bestuur van het Recreatieoord besproken in een speciaal
daartoe belegde vergadering op heden,31 maart 1967>in tegenwoordigheid van
de heer Prange. Een en ander heeft het bestuur doen besluiten,het volgende
onder uw aandacht te brengen.
1. In de motie wordt o.a,gesteld,"dat de vaststelling van de rekening van
deze Stichting een grote niet te accepteren achterstand vertoont".
Zoals u bekend is,worden de baland en de exploitatierekening
steeds binnen drie a vier maanden na afloop van het boekjaar bij uw col
lege ingediend,teneinde de vereiste goedkeuring van de raad te kunnen ver
krijgen. Evenmin als u,kan ons bestuur verantwoordelijk worden gesteld
voor het tijdsbestek,dat het Verificatiebureau meent nodig te hebben voor
het uitbrengen van zijn accountantsrapport. Dit laatste bepaalt het tijd
stip, waarop de balans en de exploitatierekening aan de raad kunnen wor
den voorgelegd.
2. Toen de heer Prange namens Gemeentebelangen de motie op 15 maart
j.l.indiende,was de situatie ten aanzien van de rekeningen als volgt:
a. de rekeningen over 1963,1964 en 1965 waren reeds respectievelijk drie,
twee en één jaar geleden aan uw college toegezonden;
b. het concept van de rekening over 1966 was reeds op 10 februari j.l.
door de penningmeester bij het dagelijks bestuur ingediend. In zijn
vergadering van 23 maart j.l.heeft het dagelijks bestuur dit concept
behandeld en besloten,het als rekening 1966 ter goedkeuring voot te
leggen aan de bestuursvergadering van 18 april a.s.
c. de voorlopige resultaten van de exploitatie over 1966 werden door het
dagelijks bestuur reeds in oktober 1966 opgemaakt en op 17 november
1966 aan het bestuur aangeboden.