- 6 - 16Aanvullend agendapunt. Voorstel inzake aanbesteding van het ophogen van cie grond voor de aanleg van een centrale "begraafplaats» De heer Moedt zegt, dat de centrale begraafplaats reeds eerder aan de orde is geweest, namelijk bij het voorstel tot wijziging van het raadsbe sluit inzake de grondaankoop in verband met verkleining van de begraaf plaats. De motivering van dat voorstel liet te wensen over en zijn fractie heeft zich toen tegen de plannen van de centrale begraafplaats uitgesproken, aldus spreker. Ook nu staat hij op hetzelfde standpunt. Hij kan met het voorstel niet meegaan. De voorzitterbegrijpt niets van het betoog van de heer Moedt. De raad heeft destijds met algemene stemmen tot de aanleg van de centrale begraaf plaats besloten. (De heer Prange interrumpeert? het was de meerderheid, mijnheer de voor zitter) De voorzitter? Dat doet niets af aan het feit. Het voorstel is aange nomen en er ligt een raadsbesluit, waartegen de heer Moedt zich nu gaat verzetten» Spreker begrijpt deze houding niet. Wanneer men hier gaat zitten om "bestuurtje te spelen", kunnen wij maar beter de gemeente opheffen. De heer Prange merkt op, dat het weinig zin heeft het standpunt van zijn fractie nader toe te lichten. "De paus van Idaarderadeel heeft reeds gesproken". De voorzitter verzoekt de heer Prange deze woorden terug te nemen, waar toe deze bereid is. De heer De Boer merkt op, dat door de houding van de heren Moedt en Prange met betrekking tot een genomen besluit een verhouding in de raad kan ontstaan, die tot uitbarstingen kan leiden. Spreker heeft zelf ook wel eens moeten ervaren, dat zijn voorstellen werden afgestemd. Een besluit wordt evenwel bij meerderheid van stemmen genomen. Uit democratisch standpunt ge zien moet de minderheid zich daarbij neerleggen. Hij hoopt, dat de komende vergaderingen de geest ademen van opbouw en niet van afbrekende kritiek. De voorzitter onderstreept, dat tot de essentie van elk raadsbesluit behoort de loyale medewerking voor de uitvoering van dat besluit. Verzet aan tekenen tegen een genomen besluit betekent obstructie voeren en dat is geen beleid. Hierna wordt het voorstel van burgemeester en wethouders aangenomen met 9 tegen 3 stemmen. Tegen stemmen de heren Prange, Moedt en Hettinga. Initiatiefvoorstel van G.H.Vledder te Grouw tot het verstrekken van een crediet aan de o.l.scholen en de school voor U.l.o. ten behoeve van de bibliotheken. Mevrouw Spijkstra en de heer De Boer ondersteunen het voorstel. De heer Vledder geeft een nadere toelichting op het voorstel, dat, zoals hij zegt, de instemming van zijn fractie heeft. Voor de redactie en de vorm, waarin zulks moet geschieden, heeft hij de secretaris om advies ge vraagd, die hem loyale medewerking heeft verleend, waarvoor spreker gaarne dank zegt. De voorzitter zegt, dat het zeer verstandig is, in zulke gevallen naar de "spelregels" te informeren. De secretaris en de afdelingen der admini stratie zijn steeds bereid de verlangde informatie te verschaffen. Hij dankt de heer Vledder voor de aan het adres van de secretaris gerichte woorden. De wijze, waarop deze zaak naar voren wordt gebracht, is formeel dus wel juist. Maar Jat de zaak zelve betreft, uchó spreker dit niet de juiste weg. Bij de behandeling der begroting voor 1967 is het voorstel tot schrapping van de betreffende begrotingspost met 8 stemmen voor en 5 stemmen tegen aangenomen. Men moet daar nu niet op terug komen. Beter is het te wachten tot de volgende begroting. Dat zou wijs beleid zijn. - Financieel -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 13