2. Voorstel tot vaststelling van een nieuw reglement
van orde voor de vergaderingen van de raad.
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No. 1052. Aan de gemeenteraad.
Grouw, 8 mei 1967.
Zoals u bekend is hebben wij indertijd aan u de toezegging gedaan., een
wijziging van het reglement van orde voor de raadsvergadering te zullen be
vorderen.
Aangezien ons is gebleken, dat het bestaande reglement op diverse punten
is verouderd, hebben wij deze gelegenheid aangegrepen, een geheel nieuw regle
ment te ontwerpen, waarvan een exemplaar hierbij gaat.
Hoewel de meeste bepalingen voor zich zelf spreken, lijkt het ons niet
ondienstig, op de belangrijkste wijzigingen nader in te gaan.
Artikel 1De wijziging van dit artikel is noodzakelijk, omdat artikel 18
van de gemeentewet inmiddels is vervallen. De inzending van de geloofsbrieven
en bijbehorende bescheiden is thans geregeld in de kieswet
Artikel 2De taak van de commissie van onderzoek voor de geloofsbrieven is
wat concreter aangegeven.
Artikel 3De taakomschrijving van de voorzitter is ter wille van de over
zichtelijkheid puntsgewijze weergegeven en iets ruimer gesteld.
Artikel kDit nieuwe artikel schept voor de secretaris de verplichting, om
in alle raadsvergaderingen aanwezig te zijn en de bevoegdheid, de notulen te
laten vervaardigen door een door hem aangewezen ambtenaar.
Het artikel sluit aan bij de reeds gevestigde praktijk.
Artikel 6Het bestaande reglement zwijgt over de vraag, wie de raadsagenda
vaststelt. In dit nieuwe artikel is thans de bevoegdheid daartoe aan burge
meester en wethouders voorbehouden. Alleen wanneer de burgemeester zelf een
vergadering nodig oordeelt, is hij degene, die de agenda vaststelt.
Artikel 7In artikel k6 der gemeentewet is voorgeschreven, dat de raad
jaarlijks tenminste zes malen vergadert en voorts, onder andere zo dikwijls
de burgemeester of burgemeester en wethouders het nodig oordelen.
Het geval kan zich voordoen, dat burgemeester en wethouders een vergadering
nodig achten, doch de burgemeester niet. De burgemeester zou dan de zaak op
de lange baan kunnen schuiven. Om dit te voorkomen, bepaalt het nieuwe arti
kel 7 j dat de burgemeester de vergadering binnen veertien dagen moet be
leggen
Artikel 8. In het bestaande reglement wordt gezwegen over de wijze, waarop
de vergadering ter openbare kennis moet worden gebracht.
Conform de bestaande praktijk schrijft het nieuwe artikel 8 voor, dat de
kennisgeving geschiedt door middel van aanplakking op de publicatieborden en
zo mogelijk in een plaatselijk nieuwsblad.
Artikel 10. Het bestaande reglement bepaalt niet, wanneer de presentielijst
door de leden moet worden getekend, noch wanneer de lijst door de voorzitter
wordt gesloten.
In de praktijk is enige malen de vraag gerezen, of een later verschijnend
raadslid de presentielijst nog kon tekenen, nadat deze door de voorzitter
was gesloten.
Teneinde aan alle onzekerheid op dit punt een eind te maken, is thans in het
nieuwe reglement bepaald, dat de leden zo mogelijk vóór de aanvang der ver
gadering de presentielijst tekenen en dat de voorzitter eerst aan het einde
der vergadering de lijst sluit.
Artikel 11In dit artikel is de nieuwe regeling voor het innemen der zit
plaatsen opgenomen.
Ingevolge het ontwerp zitten de wethouders ter rechterzijde van de voorzitter,
de secretaris ter linkerzijde. De leden van de grootste raadsfractie sluiten
aan bij de secretaris, die van de op één na grootste fractie bij de wethou
ders
- Is -