2E2:
2^
8. Voorstel tot vaststelling van een plan tot herzie
ning van het bestemmingsplan voor het buitengebied,
voor zover betreft gronden ten westen van Wartena.
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No. 1^3^. Aan de gemeenteraad.
Grouw, juli 1967.
Het voor u ter inzage liggende ontwerpplan maakt deel uit van het be
stemmingsplan voor het buitengebied en heeft betrekking op gronden ten westen
van Wartena. Het gebied, dat deze gronden omvat, sluit aan bij het in het be
stemmingsplan voor de kern Wartena geprojecteerde industrieterrein, waaraan
door de Gedeputeerde Staten bij hun besluit van 26 april 1966, afdeling 1,
no. U81U goedkeuring is onthouden op grond van het feit, dat de rooilijnen
waren bepaald op 20 meter uit de as van de weg en op 8 meter uit de oever van
het Wartenaster Wijd. Gedeputeerde Staten wensten deze rooilijnafstanden op
respectievelijk 30 en 10 meter te zien gebracht, daarbij overwegende:
'dat wellicht in enkele uitzonderlijke gevallen afwijkingen nodig en
aanvaardbaar kunnen zijn-
dat dit echter nauwgezet dient te worden overwogen, waartoe bijvoor
beeld aan artikel 13 (industrieterreinen) der 'Nadere Bepalingen" de bepaling
ware toe te voegen: Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na vooraf ver
kregen verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten, vrijstelling te
verlenen voor wat de grenslijnen der bebouwing voor het industrieterrein ten
westen van Wartena betreft, met dien verstande, dat de afstand van de be
bouwing tot de as van de weg c.q. de oever van het water niet minder zal
mogen bedragen dan 20 respectievelijk 8 m' enz."
In het onderhavige ontwerpplan is aa'n deze wens tegemoetgekomen door
de rooilijnafstanden op 30 respectievelijk 10 m' te bepalen, terwijl tevens
een bepaling omtrent bovenbedoelde vrijstellingsbevoegdheid conform de sug
gestie van Gedeputeerde Staten is opgenomen.
Bij het overleg, bedoeld in artikel 8 van het Besluit op de Ruimtelij
ke Ordening heeft de terzake ingestelde Commissie ad hoe ernstig bezwaar ge
maakt tegen opneming van deze vrijstellingsbevoegdheid.
Schrapping van de vrijstellingsbevoegdheid zou evenwel naar onze me
ning tot gevolg hebben, dat de bedrijfsvestiging in een groot deel van dit
gebied onmogelijk zou zijn. In dit verband zij opgemerkt, dat er reeds be
drijven zijn gevestigd op rooilijnafstanden van 20 meter uit de as van de
weg. Wij achten het uit dien hoofde reëel, de bepaling omtrent de vrijstel
lingsbevoegdheid te handhaven, temeer nog, omdat deze uitwijkmogelijkheid
door de Gedeputeerde Staten zelve is gesuggereerd.
Tegen het ontwerpplan, dat van 15 maart 1967 af gedurende éën maand
ten gemeentehuize voor een ieder ter-inzage heeft gelegen, zijn geen bezwaren
ingebracht
Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor het ontwerpplan on
gewijzigd vast te stellen en daartoe te nemen een besluit, waarvan het con
cept bij de raadsstukken voor u ter inzage ligt.
Burgemeester en wethouders
der gemeente Idaarderadeel,
K.J.Vrijling, burgemeester.
D. Smits secretaris.