3E2ï
10. Voorstel tot vaststelling van een verordening tot
het verstrekken van een uitkering ineens aan het
gemeentepersoneel over het eerste halfjaar 1967.
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No. 1U35.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, U juli 1967»
Met ingang van 1 juli 1967 zal een wijziging worden aangebracht in de
hoogte en in de wijze van berekening van het pensioenbijdrageverhaal, ten
einde tot een rechtvaardiger verdeling van de druk van het verhaal te geraken.
Ingevolge de voorgenomen nieuwe regeling, die op 1 juli 1967 in wer
king zal treden., zal het pensioenbijdrageverhaal met ingang van genoemde da
tum 10 procent van het ambtelijk inkomen bedragen (tot 1 juli was dit 7,9$),
met dien verstande, dat niet het gehele bedrag van het ambtelijk inkomen voor
de berekening van het bedrag van het verhaal in aanmerking zal komen. Voor die
berekening zal namelijk het ambtelijk inkomen over elk tijdvak waarover de
bezoldiging wordt uitbetaald dienen te worden verminderd met een bedrag;, dat,
herleid tot een jaarbedrag, f. U.356,bedraagt. Dit betekent, dat bij de
maandelijkse betaling der bezoldiging het totale bedrag aan ambtelijk inkomen
dat in een maand wordt ontvangen voor de berekening van het pensioenbijdrage-
verhaal zal dienen te worden verminderd met f. 363
In verband met de omstandigheid, dat de datum van inwerkingtreding van
bovenvermelde wijzigingen niet op 1 januari 1967 is gesteld - zoals aanvanke
lijk in de bedoeling lag - doch op 1 juli 1967, heeft de regering het wense
lijk geacht een regeling te treffen, die het mogelijk maakt aan degenen, die
door de verlate inwerkingtreding nadeel zouden ondervinden een uitkering in
eens toe te kennen.
De uitkering bedraagt voor degene, die op de peildatum een wedde per
maand genoot van
a. f61+ 2,— of minder f. 22,50 per maand,
b. meer dan f. 61+2, maar niet meer dan f. 828,— f. 17550 per maand,
c. meer dan f. 828,maar niet meer dan f.10l+5,f. 12,50 per maand,
d. meer dan f.10l+5,9 maar niet meer dan f.1270,f. 6,50 per maand.
Indien de wedde per maand meer dan f1270,bedraagt bestaat geen
aanspraak op uitkering
Peildatum voor de berekening van de uitkering is 1 mei 1967, me"k dien
verstande, dat voor degene, die op die datum de hoedanigheid van ambtenaar
niet meer bezat, peildatum is de laatste dag van het berekeningstijdvak
(1 januari tot en met 30 juni), waarop hij die hoedanigheid nog bezat en dat
bij het verkrijgen van die hoedanigheid na 1 mei 19^7 als peildatum geldt
de datum, waarop dit plaats vond.
De Minister van Binnenlandse Zaken verzoekt in zijn rondschrijven dd.
19 mei 1967, hoofdafdeling 0PZ, afdeling Bez.Bureau III, nr. AB67/U830, een
zelfde voorziening te treffen ten behoeve van het daarvoor in aanmerking ko
mende personeel in dienst der gemeenten.
Gevraagd wordt te willen bevorderen, dat de bedoelde uitkering, waar
over tussen de regering en de centrales van overheidspersoneel in het georga
niseerd overleg voor ambtenarenzaken overeenstemming is bereikt, zo spoedig
mogelijk bij wijze van voorschot wordt uitbetaald.
Aangezien de bezoldiging van het gemeentepersoneel gelijk u bekend is,
is afgestemd op die van het rijkspersoneel, stellen wij u voor een overeen
komstige regeling te treffen en daartoe een besluit te nemen, waarvan het
concept bij de raadsstukken ter inzage ligt.
Burgemeester en wethouders
der gemeente Idaarderadeel
K.J.Vrijlingburgemeester.
D. Smits secretaris.