o
Het tarief van f 1per nacht betekent voor de jeugd een verhoging van 20 -
30voor hotelgasten is dit hooguit 5$. Men zou kunnen zeggen maak een lager
tarief voor de jeugd, b.v. 0,10 - 0,15 per nacht, maar dan wordt het een
kruimelachtig geheel» Voor burgemeester en wethouders is dit een onaangename en
geen faire zaak. Wat de vraag, inzake het belasten op grondslag van commercie
zoals stichtingen of N.V.'s, betreft kan het antwoord kort zijn, aangezien de
mogelijkheden in de wet met name worden genoemd.
De heer Drs. Prange vraagt of een heffing op andere grondslagen, b.v. via de
grond- of personele belasting, mogelijk is. Men zou het recreatieoord bijvoorbeeld
meer opcenten kunnen laten betalen of meer huur.
De voorzitter antwoordt, dat deze mogelijkheid niet bestaat. Bovendien staan
de meeste zomerhuisjes op eigen grond»
Wethouder Vledder merkt opdat de hotels zullen worden belastterwijl de
bedoeling uiteindelijk isdat de gasten het moeten betalen. Dezelfde gedachte
heeft bij de heer Van Essen ook voorgezeten, toen hij voorstelde van de niet be
laste groepen een vrijwillige bijdrage van b.v. 5,--- te vragen. Deze zouden dit
bedrag dan van de huurders moeten terugontvangen en uiteindelijk dus voor de ge
meente als een soort administratiekantoor moeten fungeren.
De heer DrsPrange beklemtoont nogmaals dat het doodzonde isdat al deze
groepen buiten de belasting vallen. Wat de woonforensenbelasting betreft zit men
vast aan het criterum van 90 dagen.
De heer Hettinga meent, dat eigenaren van zomerhuisjes met een oppervlakte van
100 m2 beter een N.V. kunnen oprichten. Dit scheelt hun jaarlijks 300,
voorzitter antwoordt, dat zomerhuizen van een dergelijke grootte niet voor
komen. Het huisje van de Commissaris der Koningin is hooguit Uo m2 groot.
Wethouder Vledder zegtdat het verwijderen van het meubilair voor de negentigste
dag de oplossing is.
De heer De Boer meent dat de oorzaak van het indienen van dit voorstel de krappe
begrotingspositie is. Een deel van zijn fractie denkt wat de te belasten groepen
betreft anders dan burgemeester en wethouders. Het verschil ligt onder meer hierin,
dat de caravans op het recreatieoord wel worden belast, terwijl de huurders van
de zomerhuisjes niets behoeven te betalen. Men heeft hier dus met 2 soorten gasten
te maken. Men kan het standpunt innemen: wat we kunnen vangen is meegenomen.
Daarom krijgt het voorstel spreker's zegen, al is de rechtvaardigheid een beetje
zoek.
De heer DrsPrange zegt, dat de aanloop is geweest de hoge kosten die aan de
recreatie worden besteed. Er is toen gezegd, hieraan moeten de zomergasten mee
betalen. Derhalve vindt spreker het onjuist dit uitsluitend op de hotelgasten af
te wentelen en de jeugdherbergen, pensions en zeilscholen uit te schakelen.
De voorzitter zegt steeds een rechtvaardig mens te zijn. Maar is dit rechtvaardig
vraagt spreker zich af. Hij vindt dat de gemeente zich niet mag begeven op het
terrein wie wel en wie niet kan betalen. Spreker stelt voor punt a. (kurtax) terug
te nemen en eerst eens met de colleges van burgemeester en wethouders van omliggende
gemeenten te praten.
De voorzitter is het met de heer Prange eensdat de bezoekers van jeugdherbergen
etc. uiteindelijk evenveel kosten als elke hotelgast. Het gaat hier echter om
minderjarigen, die een jaar lang gespaard hebben om hun vakantie in Grouw door te
brengen. Moet men van hen een tarief per nacht heffen? Mag men uit sociale overwe
gingen tegenover de jeugd dit niet nalaten. Spreker ontraadt het voorstel van de
heer Prange om punt a. terug te nemen. De verordening behoeft goedkeuring van de
Kroon. Deze procedure duurt nog al lang en burgemeester en wethouders willen graag
bij het samenstellen van de nieuwe begroting een maatstaf hebben.
Hierna wordt het voorstel van de heer DrsPrangeondersteund door de heer
Van de Lagewegom punt a. te laten vervallen, met 9-3 stemmen verworpen.
Voor stemden de heren Drs. Prange, Hettinga en Van de Lageweg.
De voorzitter deelt mee, dat burgemeester en wethouders hebben besloten het voor
stel over te nemen van de heer Van Essen om met de niet belaste groepen, zoals
stichtingen, naamloze vennootschappen en andere rechtspersonen alsmede natuurlijke
personen, die een zomerhuisje, woonark of kampeerwagen hebben voor verhuur aan
derden, contact op te nemen inzake het beschikbaarstellen van een bijdrage op
vrijwillige basis.
- Vervolgens -
r