32
8. Voorstel inzake verhoging van de bezoldiging van
het gemeentepersoneel
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No. 1831.
Aan de gemeenteraad.
Grouws 5 september 1967.
In zijn circulaire van 5 januari 1967, no. ABÖ7/U25 heeft de Minister
van Binnenlandse Zaken ons er reeds van in kennis gesteld, dat, in verband
met de per 1 juli 1967 in uitzicht gestelde algemene loonsverhoging van
voor de werknemers in het particuliere bedrijfsleven, met ingang van die
datum de ambtenarensalarissen (op basis van de bedragen 1966) eveneens met
genoemd percentage zouden kunnen worden verhoogd.
In de bijlagen AI, All, AIII en AIV is genoemde verhoging verwerkt.
Het minimumloon, als bedoeld in artikel 20a van het bezoldigingsbe
sluit, wordt met ingang van 1 juli 1967 nader vastgesteld op f. 55^970 per
maand.
De huwelijkstoelage blijft bepaald op twee periodieken in de
salarisreeks
Als nieuw plafond voor de som van wedde en huwelijkstoelage zal met
ingang van 1 juli 1967 een schaalbedrag van f. 651,per maand gelden.
De minimum- en maximumbedragen van de kindertoelage ingevolge de Kin
dertoelageregeling overheidspersoneel zijn met ingang van 1 juli als volgt
herzien:
minimum voor het 1e en voor het 2e kind f39,95 per maand
(of 9,19 per week)
maximum voor het 1e en 2e kind f58,88 per maand
maximum voor het 3e en voor ieder volgend
kind f1k,72 per maand.
De grensbedragen, tot welke een pensioutoelage kan worden toegekend,
zullen met ingang van 1 juli 1967 nader als volgt worden vastgesteld:
20 jaar f. 309,
19 jaar 300,
18 jaar 291,—
17 jaar en jonger 282,
De kortingspercentages voor het genot van woning (12$) ondergaan geen
wijziging.
De Minister heeft er blijkens circulaire van 29 mei j.l., no. AB67/
U1110 met bijlagen geen bezwaar tegen, dat omwille van administratieve een
voud de onderhavige salarismaatregelen worden vastgesteld door middel van
een raadsbesluit, waarbij de in de circulaire omschreven salarismaatregelen
zonder meer op het gemeentepersoneel van overeenkomstige toepassing worden
verklaard. Een daartoe ontworpen concept-raadsbesluit ligt voor u ter inzage.
Bij de besprekingen over de salarismaatregelen per 1 januari j.l.
heeft het Centraal Orgaan zich op het standpunt gesteld, dat de toen reeds
aangekondigde salarisverhoging met 1g$ per 1 juli 1967, met deze maatregelen
één geheel vormde, zodat de aanbeveling betreffende de salarismaatregelen per
1 januari 1967, die op 13 februari j.l. aan de aangesloten gemeenten is toe
gezonden, bepalend zou zijn voor de aanbeveling betreffende de salarisverho
ging per 1 juli 1967.
Hoewel de organisaties van overheidspersoneel hun voorkeur voor een
meer genuanceerd loonbeleid hebben uitgesproken, hebben zij zich toch om
praktische redenen - mede in afwachting van de resultaten van het beraad in
de inmiddels ingestelde werkgroep - met het bovengenoemde standpunt van het
Centraal Orgaan kunnen verenigen.
Het door het Centraal Orgaan gevoerde overleg voorziet niet in de ver
werking van deze maatregelen in de gemeentelijke salarisverordeningen, waar
omtrent dus plaatselijk overleg is te voeren.
- De personeelsorganisaties