Artikel 23. Indien een werknemer wegens ziekte verhinderd is geweest zijn betrekking te vervullen, zal zulks niet van invloed zijn op het tijdstip van de toekenning van periodieke verhogingen. Artikel 24. Vervallen. Par. 7. Van de overige rechten en verplichtingen. Artikel 25. 1De werknemer is gehouden de plichten, uit zijn betrekking voortvloeiende, nauwgezet en ijverig te vervullen en zich te gedragen zoals een goed werknemer betaamt. 2. Hij is verplicht zich te onthouden van alle gedragingen, die de inwendige orde of de veiligheid van de Staat zouden kunnen in gevaar brengen of schaden. 3. Hij behoort zich te onthouden van het bezigen van vloeken en van ruwe of onzedelijke taal. Artikel 26. 1. De werknemer is verplicht, indien hem een dienstwoning ter bewoning is aangewezen, deze te betrekken en zich ter zake van de bewoning en het gebruik te gedragen naar de voorschriften of aanwijzingen die daaromtrent zijn gegeven. 2. Hij draagt de onderhoudskosten, welke volgens de wet en het plaatselijke gebruik gemeenlijk voor rekening van de huurder zijn, tenzij ter zake een afwijkende regeling is vastgesteld. Artikel 27. 1. De werknemer kan wegens buitengewone toewijding of bijzonder loffelijke dienstverrichting worden beloond. 2. De beloningen zijn: a. tevredenheidsbetuiging; b. extra-verlof; c. gratificatie; d. buitengewone verhoging van loon. 3. Het derde lid van artikel 87 van het Algemeen Ambtenarenreglement vindt overeenkomstige toepassing. N 9 A.O.V. 3.6.1967

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 27