10
Artikel 28.
De artikelen 6, 38, 61, 61a, 62, 64 tot en met 67, 69 tot en met 77, 79 tot en
met 86 en 120 van het Algemeen Ambtenarenreglement vinden voorts overeen
komstige toepassing.
Par. 8. Van de straffen.
Artikel 29.
1. De werknemer, die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich
overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt, kan deswege worden gestraft.
2. Plichtsverzuim omvat zowel het overtreden van enig voorschrift als het
doen of nalaten van iets, hetwelk een goed werknemer in gelijke omstandig
heden behoort na te laten of te doen.
Artikel 30.
1. De straffen, welke kunnen worden toegepast, zijn:
a. schriftelijke berisping:
b. buitengewone dienst, op andere dagen dan zondag en de voor de werk
nemer geldende kerkelijke feestdagen, zonder loon of tegen een lager dan
het normale loon;
c. beperking van het recht op een jaarlijks vakantieverlof:
d. geldboete.
2. De straffen, hiervoren bedoeld onder a en b, worden opgelegd door het
hoofd van dienst of door burgemeester en wethouders; die bedoeld onder c
en d worden opgelegd door burgemeester en wethouders.
3. De toepassing van de in het eerste lid onder b, c en d genoemde straffen
geschiedt met inachtneming van het navolgende:
le. buitengewone dienst wordt opgelegd voor ten hoogste 6 uren, met een
maximum van 3 uren per dag;
2e. beperking van het recht op een jaarlijks vakantieverlof kan geschieden
tot de helft van het aantal dagen waarop per kalenderjaar aanspraak be
staat;
3e. geldboete bedraagt ten hoogste 1% van het over een jaar berekende loon.
Artikel 31.
De straf wordt niet opgelegd dan nadat de werknemer in de gelegenheid
gesteld is zich mondeling of schriftelijk binnen 6 maal 24 uur te verantwoorden.
Bij zijn verantwoording mag hij van de hulp van anderen gebruik maken.
A.O.V.
8.6.1967