11 A.O.V. Par. 9. Van de geschillen. Artikel 32. 1. Geschillen ter zake van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst zullen niet onderworpen zijn aan het oordeel van de burgerlijke rechter, doch worden beslist, hetzij door de commissie bedoeld in artikel 93, eerste lid, van het Algemeen Ambtenarenreglement, hetzij, indien deze commissie niet is ingesteld, door een commissie van arbitrage van drie leden, waarvan één te benoemen door de werknemer, één door burgemeester en wethouders en het derde lid door de twee benoemden, of indien dezen niet binnen een week tot overeen stemming komen, door de kantonrechter op verzoek van de meest gerede partij. 2. Geschillen ter zake van de beëindiging der dienstbetrekking gelden voor de toepassing van dit artikel niet als geschillen ter zake van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. 3. De in het eerste lid bedoelde commissies zullen uitspraak doen met inachtneming van de bepalingen in de artikelen 93 tot en met 97 van het Algemeen Ambtenarenreglement. Par. 10. Van de beëindiging der dienstbetrekking. Artikel 33. 1. Indien de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan eindigt zij van rechtswege wanneer deze tijd is verstreken. 2. Voorafgaande opzegging is in dat geval onnodig. Artikel 34. 1. Indien de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan, kan zij worden beëindigd door opzegging, met dien verstande dat opzegging wegens ongeschiktheid uit hoofde van ziekten of gebreken niet kan plaatsvinden al vorens de door de directie van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds genomen beslissing omtrent de vraag of de werknemer door ziekten of gebreken is ge raakt in een toestand van blijvende ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking onherroepelijk is geworden, of indien de werknemer krachtens het bepaalde in artikel B 7 geen ambtenaar is in de zin dezer wet uit een geneeskundig onderzoek, ingesteld door een door burgemeester en wethouders aangewezen geneeskundige, deze ongeschiktheid blijkt. 2. Bij de opzegging wordt een termijn in acht genomen van vier weken. 3. Ten aanzien van hen, die ten minste twee jaren ononderbroken in dienst zijn geweest, wordt de termijn, bedoeld in het vorige lid, gesteld op het dubbele daarvan. 2.6.1967

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 29