25 A.A.R. 2. De doorbetaling van bezoldiging wordt gestaakt, indien en voor zolang: a. blijkens het geneeskundig onderzoek, bedoeld in artikel 42, zich een der omstandigheden, bedoeld in artikel 42, eerste lid, onder c of d, voordoet; b. de ambtenaar weigert zich te onderwerpen aan een door burgemeester en wethouders gelast geneeskundig onderzoek of, na voor zulk een onderzoek te zijn opgeroepen, zonder geldige reden niet verschijnt: c. de ambtenaar de volledige medewerking, bedoeld in artikel P 10, eerste lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet, weigert te verlenen: d. de ambtenaar tijdens de verhindering om de betrekking te vervullen voor zich zelf of voor derden arbeid verricht, tenzij dit door een door burge meester en wethouders aangewezen geneeskundige in het belang van zijn genezing wenselijk wordt geacht; e. de ambtenaar in gebreke blijft op het door een door burgemeester en wet houders aangewezen geneeskundige bepaalde tijdstip en in de door deze geneeskundige bepaalde mate zijn betrekking weer te vervullen, tenzij hij daarvoor een inmiddels opgekomen door deze geneeskundige erkende reden heeft opgegeven. Artikel 44. 1. In de gevallen, bedoeld in artikel 43, kunnen burgemeester en wethouders op grond van bijzondere omstandigheden bepalen, dat het bedrag van de inge houden bezoldiging geheel of ten dele aan anderen dan aan de ambtenaar zal worden uitbetaald. 2. Voor zover burgemeester en wethouders van hun bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geen gebruik hebben gemaakt, wordt de ingevolge artikel 43 ingehouden bezoldiging alsnog aan de ambtenaar uitbetaald wanneer de in artikel 45 bedoelde commissie van geneeskundigen te zijnen gunste heeft beslist. Artikel 45. 1. De ambtenaar die zich met het in artikel 42, tweede lid, bedoelde oor deel van de geneeskundige niet kan verenigen, kan hiervan, maar in ieder geval binnen driemaal vierentwintig uur nadat dit oordeel te zijner kennis is gebracht, onder opgave van redenen aan burgemeester en wethouders schriftelijk mede deling doen. 2. Worden door burgemeester en wethouders de bezwaren van de ambtenaar niet of niet voldoende gegrond geacht, dan wordt zo spoedig mogelijk een geneeskundig onderzoek ingesteld door een commissie van drie geneeskundigen, aangewezen op overeenkomstige wijze als bedoeld in artikel 10, vierde lid. 3. Verklaart de commissie of de meerderheid van de in deze commissie zitting hebbende geneeskundigen de bezwaren van de ambtenaar ongegrond, dan wordt hem daarvan schriftelijk mededeling gedaan. 4. De kosten verbonden aan het geneeskundig onderzoek komen ten laste van de gemeente, behoudens indien de commissie of de meerderheid van de in deze commissie zitting hebbende geneeskundigen de bezwaren van de ambtenaar ongegrond verklaart, in welk geval de kosten van de geneeskundige bedoeld in artikel 10, vierde lid, onder b, ten laste van de ambtenaar blijven. 2.6.1067

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 35