30
A.A.R.
Artikel 53.
1. In geval van ziekte welke in belangrijke mate haar oorzaak vindt in de
aard van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere
omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht, en niet aan zijn
schuld of nalatigheid is te wijten, worden hem vergoed de te zijnen laste blij
vende, naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk ge
maakte kosten van geneeskundige behandeling of verzorging.
2. Burgemeester en wethouders kunnen omtrent het bepaalde in het eerste
lid nadere voorschriften geven.
Artikel 54.
1. In uitkering wegens ziektekosten van ambtenaren wordt voorzien door
toetreding van de gemeente tot de gemeenschappelijke regeling, aangegaan door
de gemeenten in de provincie waarbij is ingesteld het
instituut ziektekostenvoorziening voor ambtenaren in dienst dier gemeenten.
2. De ambtenaar die een hoofdbetrekking bekleedt in dienst der gemeente
is verplicht in de in het eerste lid bedoelde voorziening deel te nemen. Van deze
verplichting kunnen burgemeester en wethouders op zijn verzoek ontheffing
verlenen aan de ambtenaar die tegen deze deelneming gewetensbezwaren heeft.
3. De kosten van deze voorziening worden door de gemeente en de ambte
naar gelijkelijk gedragen. De bijdrage van de ambtenaar wordt op zijn bezol
diging ingehouden; zij wordt geregeld bij de gemeenschappelijke regeling,
bedoeld in het eerste lid. Burgemeester en wethouders kunnen omtrent de
inhouding nadere regelen stellen. Daarin kunnen onder ambtenaren gewezen
ambtenaren worden begrepen.
Artikel 55.
1. Aan een ambtenaar die een hoofdbetrekking bekleedt in dienst der ge
meente worden vergoed de in enig, een periode van twaalf opeenvolgende
maanden omvattend, tijdvak te zijnen laste blijvende, naar het oordeel van
burgemeester en wethouders redelijk gemaakte kosten voor verrichtingen en
leveringen, vallende onder de voorziening bedoeld in artikel 54, voor zover
zij te zamen met de voor de deelneming in deze voorziening verschuldigde
bijdrage een bedrag overschrijden van 5% van het in dat tijdvak genoten salaris.
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen burgemeester en
wethouders in bijzondere gevallen, indien de noodzakelijke kosten verband
houdende met ziekte welke de ambtenaar voor zich en zijn gezin heeft gemaakt,
een bedrag overschrijden dat in verhouding tot zijn salaris redelijkerwijze te
zijnen laste kan komen, in die kosten een tegemoetkoming toekennen.
Artikel 56.
Indien een ambtenaar wegens ziekte verhinderd is geweest zijn betrekking
te vervullen zal dit niet van invloed zijn op het tijdstip van de toekenning van
periodieke verhogingen.
2.6.1967