47 A.A.R. vervulling van zijn betrekking, blijkende uit een geneeskundig onderzoek volgens de bepalingen van de Algemene burgerlijke pensioenwet. Ontslag op grond van dit artikel wordt eervol verleend, 2. Een ontslag als bedoeld in het eerste lid wordt niet verleend alvorens de op grond van het geneeskundig onderzoek door de directie van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds genomen beslissing omtrent de vraag of de ambtenaar door ziekten of gebreken is geraakt in een toestand van blijvende ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking, onherroepelijk is geworden. 3. Ontslag kan aan de ambtenaar, krachtens het bepaalde in artikel B 7 van de Algemene burgerlijke pensioenwet geen ambtenaar in de zin dezer wet, worden verleend op grond van het geraken door ziekten of gebreken in een toestand van blijvende ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking, blijkende uit een geneeskundig onderzoek ingesteld door een door burgemeester en wethouders aangewezen geneeskundige. Artikel 106. 1. Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond van onbe kwaamheid of ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking anders dan op grond van ziekten of gebreken. Ontslag op grond van dit artikel wordt eervol verleend. 2. Het ontslag op grond van dit artikel wordt niet verleend en gaat niet eerder in dan nadat: a. de ambtenaar het voornemen tot het ontslagbesluit en de daaraan ten grondslag liggende motieven door burgemeester en wethouders zijn mede gedeeld; b. de ambtenaar binnen een door burgemeester en wethouders bij de in dit lid, onder a, bedoelde mededeling bepaalde redelijke termijn de gelegenheid is geboden zijn zienswijze ter zake van dit voornemen en de daaraan ten grondslag liggende motieven aan hen kenbaar te maken. Bij die gelegenheid kan de ambtenaar zich door een vertrouwensman doen bijstaan. 3. In geval van ontslag op grond van dit artikel verkrijgt de ambtenaar in vaste dienst met ingang van de datum van ontslag aanspraak op een uitkering overeenkomstig de bepalingen van de Uitkeringsverordening. De raad kan, in afwijking van het bepaalde in de eerste volzin, op voorstel van burgemeester en wethouders een regeling treffen waarbij de gewezen ambtenaar een uitkering wordt verzekerd, welke naar het oordeel van de raad met het oog op de om standigheden redelijk is te achten. Deze uitkering zal niet minder mogen be dragen dan die welke hij krachtens de Wachtgeldverordening zou hebben ge noten, indien die verordening op hem van toepassing zou zijn geweest. 2.6.1967

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 41