- 2 - 10. Voorstel inzake verkoop van bouwterreinen. De heer van de Lageweg vraagt of deze prijzen wederom voor 1 jaar gelden of voor een langere termijn. Voorts is spreker er hijzonder mee ingenomen, dat burge meester en wethouders de grondprijzen voor Roordahuizum, Wartena en Warga gelijk willen laten blijven. De voorzitter antwoordt, dat krachtens art. 10 van de nieuwe beheersverordening telkenjare een kostprijsberekening wordt gemaakt aan het einde van het boekjaar. Wijkt deze kostprijs af van de oorspronkelijke berekening, dan wordt het verschil toegelicht. Is dit verschil nadelig, dan stellen burgemeester en wethouders de raad voor een toekomstig nadelig verschil te voorkomen door de grondprijzen te ver hogen. In het onderhavige geval hebben burgemeester en wethouders geen aanleiding ge vonden de raad voor te stellen de grondprijzen te wijzigen. Het nu te nemen besluit bevat derhalve geen termijn meer en kan dus voor meerdere jaren gelden. Zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel besloten. 11Voorstel tot deelneming in een stichting voor maatschappelijk werk in Midden- Fries land-Noord De heer Vledder begint met te zeggen, dat zijn fractie verheugd is, dat de ge meenten in midden Friesland dit hebben kunnen opbouwen en dat elke groepering hier achter staat. Spreker wil gaarne twee opmerkingen maken. In de eerste plaats wil hij namens de fractie van de P.v.d.A. duidelijk stellen dat de kans groot is, dat de bijdrage die de gemeente moet fourneren straks hoger wordt. In de komende jaren zal voor maatschappelijk werk meer geld beschikbaar moeten worden gesteld. De mogelijkheden van de diaconieën worden steeds kleiner. Om derhalve geen misverstand te krijgen, dient men thans duidelijk zijn standpunt te bepalen. Is men een voorstander van deze stichting, dan betekent dit, dat men in de toekomst de consequenties hiervan moet aanvaarden. De stichting moet een apparaat worden, dat goed kan functioneren. In de tweede plaats zou spreker graag zien, dat burgemeester en wethouders konden bevorderen, dat de raad elk jaar inzicht krijgt in de financiën der stichting. De raad moet kunnen zien waar het geld blijft, hetgeen betekent, dat ook reke ningen kunnen worden ingezien. De voorzitter is blij, dat uit het betoog van de heer Vledder blijkt, dat zijn fractie is ingenomen met de samenwerking tussen zoveel groepen. Dat deze samenwer king op dit gebied tot stand is gekomen, acht spreker een indringend bewijs van verantwoordelijkheidsgevoel tussen groeperingen van verschillend geestelijk milieu. Men moet er van uitgaan dat de taak van de stichting niet beperkt blijft tot het aanstellen van êén maatschappelijk werker. Overigens moet men de zaak ook weer niet te snel laten uitdijen. De opmerkingen van de heer Vledder c.q. de gemeenten snijden goed hout en zijn realistisch. Inderdaad zal er meer geld op tafel moeten komen. Het gaat hier inder daad om twee elementen: a. het groeiend element om in de behoeften te voorzien en daardoor stijgende kosten b. de zwakke positie der kerkelijke diaconieën, waarvan een aantal niet in staat =zal zijn aan de groeiende verplichtingen te voldoen. Daarom gaat het ook niet aan te zeggen: de kosten zullen wel meevallen'. In tegenstelling tot het Streekorgaan zitten hier mensen in het bestuur, die met eigen geld moeten regeren en direct niet zullen ontsporen. Daarom zijn twee begrotingen nodig. Een startbegroting en een begroting over 10 jaar. Als burgervader heeft spreker vaak gezegd: 'Had ik maar een maatschappelijk werker indienst1'. Voorbeelden hiervoor zijn er genoeg op te noemen. Aangaande de vraag van de heer Vledder inzake inzicht in de financiën der stichting merkt de voorzitter op, dat krachtens art. 12 van de statuten de agenda's met bijbehorende stukken van iedere te houden vergadering der stichting steeds ter kennisneming moeten worden toegezonden aan de colleges van burgemeester en wethou ders. Spreker heeft er geen enkel bezwaar tegen dat in voorkomende gevallen ook de raad hiervan inzage krijgt. Zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel besloten. 12.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 7