GEMEENTE 1DAARDERADEEL
GROUW
No. 2488.
17. Adres van de Raad van Bouwondernemers te 's-Gravenhage
inzake het beëindigen van de medewerking aan de
activiteiten van de N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeen
ten
Aan de gemeenteraad.
Grouw7 november 1967
De raad van Bouwondernemers heeft in een tot de gemeenteraad gericht
schrijven ernstige bezwaren tegen de door de N.V. Bouwfonds Nederlandse Ge
meenten bij het bouwen gevolgde gedragslijn.
Volgens dit schrijven, dat bij de raadsstukken voor u ter inzage ligt,
is de N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten indertijd opgericht met de onmis
kenbare bedoeling voor het minder draagkrachtige deel van de bevolking de weg
te openen tot het verkrijgen van een eigen woning, daar het voor deze inko
menscategorieën wel eens moeilijk zou kunnen zijn op normale voorwaarden in
het bezit te komen van een eigen woning, gezien de beperkte financiële midde
len, waarover de betrokken groepen kunnen beschikken. De raad acht het dan
ook verklaarbaar, dat de publiekrechtelijke organen uit dien hoofde besloten,
in deze een sociale taak op zich te nemen en als aandeelhouder toe te treden
tot het BouwfondsHierbij heeft men echter niet kunnen voorzien, dat de N.V.
zou uitgroeien tot een onderneming, waarvan men moeilijk kan volhouden, dat
deze er isom de eigen woning binnen het bereik van het minder draagkrachtige
deel d.er bevolking te brengen. Zoals uit de prijscourant van het Bouwfonds
blijkt, worden woningen gebouwd met koopprijzen, die oplopen tot 100.000,-—
en meer. Het is dan ook bepaald geen wonder, dat 60% van de bewoners, die in
1966 door de N.V. een woning lieten bouwen, een inkomen had, dat boven de
sociale loongrens lag.
De raad acht dan ook de conclusie, dat de N.V. Bouwfonds Nederlandse
Gemeenten zich gedraagt als een particuliere bouwonderneming, omdat zij zich
richt tot dezelfde groepen van afnemers als het op dit gebied werkzame
particuliere bedrijfsleven, volkomen gerechtvaardigd. Tegen deze achtergrond
bezien vraagt de raad zich af, of de gemeenten vandaag nog wel besloten zou
den hebben als aandeelhouder tot deze N.V. toe te treden.
De raad meent, dat de bouw van woningen voor meer draagkrachtige en
hogere inkomensgroepen door een overheidsbedrijf als de N.V. Bouwfonds
Nederlandse Gemeenten strijdig is met de bestaande opvattingen over de taak
en verantwoordelijkheid van de overheid, daar hiermee het algemeen aanvaarde
principe verworpen wordt, dat daar, waar het particuliere initiatief in een
behoefte kan voorzien, geen taak voor de overheid is weggelegd.
De raad van Bouwondernemers vindt deze zaak des te ernstiger, daar
dezelfde overheden,, die enerzijds als eigenaren van de N.V. Bouwfonds
Nederlandse Gemeenten optreden, anderzijds in belangrijke mate invloed kunnen
hebben op de activiteiten van particuliere bouwondernemingen door 'te bepalen,
welke ondernemers mogen bouwen, welke terreinen daarvoor aangewezen worden,
hoe hoog de grondprijs zal komen te liggen, welk soort woningen zal worden
gebouwd etc
Resumerende concludeert de raad tenslotte, dat door deelname in de
N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten de betreffende gemeenten geleidelijk aan
en waarschijnlijk ongewild op een terrein zijn geraakt, waar de gemeenschap
geen taak heeft te vervullen, waardoor het algemeen aanvaarde rechtsbeginsel,
gezien de bevoegdheden, die ten aanzien van de woningbouw in handen van de ge
meenten zijn gelegd, ernstig in het gedrang komen.
Op grond van deze oven-regingen verzoekt de raad van Bouwondernemers de
gemeenteraad geen verdere medewerking meer aan het Bouwfonds te verlenen.
Zoals te vervrachten was heeft de N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten,
deels op verzoek van verschillende colleges van burgemeester en wethouders
onmiddellijk op dit adres gereageerd in een schrijven dd. 13 oktober 1967,
dat bij de raadsstukken voor u ter inzage ligt.
-• Genoemde