8o Voorstel inzake handhaving of afvoering van gehouwen van de ontwerplijst van beschermde monumenten voor de gemeente Idaarderadeel GEMEENTE IDAARDERADEEL GROUW ITo. 780 Aan de gemeenteraad. Grouw16 januari 1968. De Monumentenwet (Stbl. 1961, 200) is in werking getreden op 9 augustus 1961Zij beoogt de bescherming van monumenten van geschiedenis en kunst. Voor evengenoemde datum gold de Tijdelijke Wet Monumentenzorgdie onvoldoen de waarborg bood voor de belangen van de eigenaren van de in de voorlopige monumentenlijst vermelde gebouwen. Onder meer op dit punt heeft de wetgever verbetering willen aanbrengen. De wet geeft een ruime omschrijving van het begrip monument: niet alleen grote gebouwen zoals kerken en kastelen maar ook kleine objecten zoals een voudige woonhuizen en boerderijen kunnen onder de bescherming worden gebracht. De Monumentenraad heeft tot taak per gemeente een lijst te ontwerpen van onroerende monumenten, welke naar zijn oordeel voor bescherming in aanmerking komen. De wet schrijft geen overleg voor met de eigenaren van deze monumenten. De Minister van Cultuur,, Recreatie en Maatschappelijk Werk zendt de ont werplijst aan Gedeputeerde Staten en aan de gemeenteraad, die de minister in overweging kunnen geven monumenten aan de lijst toe te voegen of daarvan af te voeren. Tijdens dit overleg op overheidsniveau geldt een voorlopige be scherming van de op de ontwerplijst voorkomende monumenten met ingang van de datum van de aangetekende verzending van de kennisgeving aan de eigenaren en zakelijk gerechtigden (artikel 8) Binnen twee jaar na verzending van de kennisgeving stelt de minister de definitieve monumentenlijst vast. De lijst vermeldt onder meer in het kort de redenen waarom tot plaatsing op de lijst is overgegaan. Het is voor het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk op grond van administratieve overwegingen niet mogelijk deze redenen desgevraagd mede te delen aan de eigenaren of andere belanghebbenden der monumenten. Eerst nadat de Minister ingevolge artikel 9 eerste lid, de lijst heeft vastgesteld doet hij door de zorg van burgemeester en wethouders een exemplaar van de vastgestelde lijst op de gemeentesecretarie neerleggen ter kosteloze inzage van een ieder. Beroep op de Kroon staat open wanneer de Minister de monumentenlijst heeft vastgesteld en hij belanghebbenden bij aangetekend schrijven van plaatsing op de vastgestelde lijst mededeling heeft gedaan met ven-rijzing naar de be roepsmogelijkheid. (art. 9, Üd 2). De beroepsprocedure komt, kort geschetst, op het volgende neer. Belanghebbende richt een beroepschrift tot Hare Majesteit de Koningin te Soestdijk. In dit beroepschrift dient duidelijk uiteengezet te worden om welke redenen bezwaar wordt gemaakt tegen plaatsing op de monumentenlijst. Alvorens op het beroep te beslissen, wint de Koningin het advies in van de Raad van StateJ Afdeling voor de geschillen van bestuur. De Raad van State zal, voor dat hij advies uitbrengt, de zaak onderzoeken. Hiertoe behoort onder meer het geven van gelegenheid aan partijen om hun standpunt mondeling hetzij in persoon, hetzij vertegenwoordigd door een gemachtigde, nader toe te lichten. Als het advies aan de Koningin is uitgebracht, volgt de beslissing op het be roep in de vorm van een Koninklijk Besluit, waarbij of de plaatsing op de vastgestelde lijst wordt gehandhaafd of het pand van de lijst wordt afgevoerd. De bescherming van de monumenten wordt geregeld in de artikelen "lï tot en met 19. Bij de toepassing van de wet wordt rekening gehouden met de be stemming van het monument, d.w.z. er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de aard en het gebruik van het monument. Het is niet de bedoeling dat ieder monument moet worden gehandhaafd in de bestaande toestand. Indien de eigenaar na ontvangst van de kennisgeving zijn monument zou willen wijzigen (moderniseren) of afbreken, behoeft hij daarvoor vergunning van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk - Deze bepaling -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1968 | | pagina 21