5 -
2, De bezoldiging wordt per maand uitbetaald,
3. Het genot van de bezoldiging eindigt op de dag van ontslag uit de betrekking of
op de dag van het overlijden van de ambtenaar.
Artikel 18.
Bij aanstelling, bevordering, verhoging of uitbetaling van bezoldiging worden
de ambtenaar geen kosten in rekening gebracht.
Artikel 19
1In gevallen, waarin de bezoldiging of de kortingsbedragen moeten worden berekend
over een gedeelte van een maand of van een week, wordt de bezoldiging of korting
per dag gesteld op een dertigste deel van de bezoldiging of korting per maand,
2. De ingevolge het vorige lid vastgestelde bedragen worden tot een cent naar boven
afgerond.
Artikel 20
In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, treffen burgemeester en wet
houders de nodige voorzieningen.
Artikel 21
Burgemeester en wethouders bepalen nader de salarisanciënniteit van de bij het
inwerkingtreden dezer verordening in dienst zijnde ambtenaren.
Artikel 22.
1. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1968.
2. Zij kan worden aangehaald als 'Bezoldigingsverordening 1968".
Artikel 23.
Met ingang van 1 januari 1968 vervalt de Bezoldigingsverordening 1967.
Overgangsbepalingen
De ambtenaren, die op 1 september 1956 in dienst der gemeente waren, en op dat
tijdstip in het bezit waren van het diploma Boekhouden (Associatie), genieten deswege
in afwijking van het bepaalde in artikel 1U, een vaste toelage van I68,-- per jaar.
GROW, 12 maart 1968.
De raad voornoemd.
voorzitter.
secretaris