SE 11o Aanvullend voorstel inzake de ontwerplijst van be schermde monumenten voor de gemeente Idaarderadeel GEMEENTE IDAARDERADEEL GROUW No501 Aan de gemeenteraad. Grouw5 maart 1968. Naar aanleiding van hetgeen in uw vergadering van 23 januari j.l. is be sproken, heeft de Monumentencommissie van de "Stifting Grou" een onderhoud met ons aangevraagd. Tijdens dit onderhoud, dat plaats vond op dinsdag 6 februari j.l. werden de wederzijdse standpunten toegelicht. Het bleek niet mogelijk, tot overeenstemming te komen. Wel werd duidelijk, dat er geen ver schil van inzicht bestaat over de uitgangspunten en achtergronden. De commissie en wij zijn van mening, dat er in onze gemeente veel van een eigen karakteristiek en sfeer is dat eigenlijk niet verloren mag gaan. Toch zal het door de maatschappelijke ontwikkeling onvermijdelijk zijn, al het oude en waardevolle te handhaven. t Van de zijde der commissie werd medegedeeld, dat men geen status heeft. Er was in het najaar van 1967 door de "Stifting" gevraagd, eens na te gaan, wat er in Grouw en naaste omgeving aanwezig was met historisch en volkskun dige betekenis. Terwijl men nog maar net bezig was met de inventarisatie, kwam de voorlopige monumentenlijst in de publiciteit. De reactie daarop had zo snel moeten zijn, dat de door de commissie overgelegde monumentenlijst niet de pretentie heeft, geheel juist en volledig te zijn. Ook waren er een paar fouten gemaakt. De stads en dorpsgezichten en de genoemde terpen val len niet onder deze regeling. Te zijner tijd zullen daarover waarschijnlijk nadere voorstellen van de monumentenraad volgen. Van onze zijde werd gesteld, dat men het zeer zou betreuren, wanneer de mening had postgevat, dat er geen gevoel was voor het waardevolle uit het verleden en "dat alles maar moest worden afgebroken1'. Het tegendeel is het geval» De verschillen van inzicht tekenen zich af in de beleidssfeer De commissie is van mening, dat alles, wat volgens de wet aan het begrip monument voldoet, op de lijst behoort voor te komen (zie voor deze criteria artikel 1 van de Monumentenwet Zij meent ook, dat - eveneens conform de bedoeling van de wet - in prin cipe zaken als bestemmingsplan, bedrijfsmoeilijkheden en verkeerssituaties een ondergeschikte rol moeten spelen. Alleen in speciale gevallen mogen de laatste prevaleren» De commissie vindt, dat een extra rem - wat het plaatsen op de lijst in feite betekent - noodzakelijk is. Een standpunt, waarvoor be grip kan worden opgebracht, vooral gezien het feit, dat er in het verleden door de maatschappelijke ontwikkeling al vaak veel moois verloren moest gaan. Wij menen echter, dat men alleen aan dit standpunt mag vasthouden voor monumenten, waarvan vrij algemeen wordt erkend, dat zij zeer bijzonder zijn. Het is niet houdbaar noch verantwoord tegenover de maatschappelijke ont wikkeling, om vele grensgevallen, waarvan hoogstens erkend kan worden, dat zij "aardig" of "typisch" zijn, onder de werking van de Monumentenwet te bren- gen. De gemeentelijke en particuliere belangen gedogen niet, dat voor derge lijke grensgevallen de stringente bepalingen van de wet van toepassing zijn. Voor iedere verbouw is toestemming van ons college vereist» Die wordt niet verleend zonder overleg met de z.g.n» provinciale schoonheidscommissie. In gevallen, waar het waardevolle gebouwen, gevels of onderdelen be treft, zijn wij te allen tijde zeer waakzaam. Zoals u bekend iswordt er door een planoloog een kommenplan voor Grouw voorbereid. Het "oude dorp", vooral het deel rond de Sint-Pieterkerkmoet een leefbaar, passend en gaaf geheel blijven (worden'.). Zo'n plan vereist visie en vrijheid van handelen» Waarschijnlijk moeten, om tot een ook histo risch, verantwoord geheel te komen, bepaalde gevels en gebouwen worden ver plaatst. Wij zijn ons ervan bewust, dat een dergelijke nieuwe opzet niet in de nabije toekomst kan worden gerealiseerd. - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1968 | | pagina 83