3
Hoewel de animo van de winkeliers niet algemeen ishebben 32 van de belangrijkste
zaken zich voor een koopavond uitgesproken. Het een zowel als het ander vormen de
overwegingen van burgemeester en wethouderswelke na overleg met de Kamer van Koop
handel en Fabrieken en de Rijksconsulent voor het Midden- en KLeiribedrijf tot dit
voorstel hebben geleid.
Wethouder Vledder deelt voor een goed begrip mede, dat dit voorstel tot stand is
gekomen, toen hij nog geen deel uitmaakte van het college van burgemeester en wethou
ders
Hierna wordt het voorstel aangenomen met 7 tegen 5 stemmen. Tegen stemmen:
mevrouw Spijkstra en de heren Vled-der Schermer De Boer en Bakker
Voorstel tot vaststelling van een nieuwe bezoldigingsverordening voor het gemeente -
personeel
Wethouder Vledder wil graag een nadere toelichting op het voorstel geven, omdat
er een begripsven/arring bestaat over het effect van de procentuele loonsverhoging.
Vaak hoort men het argument, dat met toepassing van procentuele verhogingen de loon
schalen steeds verder uit elkaar komen te liggen. Om een inzicht in de loon- en sala™
risproblematiek en de onderhavige loonsverhoging te verkrijgen, heeft spreker deze
zaak nader bestudeerd aan de hand van de brochure: "Kwantitatieve gevolgen van enige
alternatieve vormen van looribeleid"een uitgave van het Centraal Orgaan der gemeen
schappelijke regeling betreffende behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegen
heden. De bij het voorstel overgelegde overzichten van bruto- en netto-salarissen,
een loonsverhoging van U# vergeleken met een verhoging met 265,2# met en zon
der prijsverhogingen, worden door hem nader toegelicht.
TABEL 1
schrijver (laagste rang)
directeur-generaal van Rijkswaterstaat
(hoogste rang)
Indexcijfer
bruto-basis netto-basis
100
673
100
1*73
Vergelijken wij de netto-salarissen per 1 januari 1967 van beide functionarissen,
dan blijkt, dat bij een indexcijfer van 100 voor de schrijver, het indexcijfer (netto)
van de directeur-generaal met 200 is gedaald. Dit is een gevolg van de sterke progres
sie in de heffing van de loon- en inkomstenbelasting.
TABEL 2:
schrijver
commies
directeur-generaal
toeneming netto-inkomen
na k% loonsverhoging
3,5#
3 3%
toeneming netto-inkomen na verschil
verhoging met 265,2%
1+1,1#
3-5nihil
2,1# - 1,2#
Uit deze cijfers blijkt, dat een "centen procentenverhoging" voor de schrijver
1,1# voordeliger is dan een algemene loonsverhoging van h%, voor de commies maakt
het geen verschil en voor de directeur-generaal betekent het een nadeel van 1,2#.
Een kleine nivellering valt hier dus waar te nemen', met de vervrachte prijsstijging
is in deze staat geen rekening gehouden.
TABEL 3:
reëel netto-inkomen op basis
van 1*# loonsverhoging
schrijver
commies
directeur-generaal
reële verhoging
gematigde forse prijs-
prijsstijging stijging
reëel netto-inkomen op basis
265,plus 2# regeling
2#
1*
0,3#
2 5#
- 2>#
- 2,8#
reële verhoging
bij
gematigde forse prijs-
prijsstijging stijging
- 1,5#
1
U
- 1,1*#
- 2,1*#
- 1*,1#
Uit deze tabel blijkt, dat bij een l*#-loonsverhoging alle ambtenaren in reëel sala
ris achteruit gaan, met uitzondering van de commies, die gelijk blijft. Een verhoging
met 265,— plus 2# bij een forse prijsstijging is voor de laagste rang iets voorde
liger (1,1#) dan de procentuele verhoging, voor de commies is het verschil nihil en
voor de hoogste rang is er een nadelig verschil van 1 ,3#.
Samenvattende zijn burgemeester en wethouders tot de volgende conclusies gekomen:
1 Een loonsverhoging van U# zou in het algemeen in beide gevallen niet de prijsstij -
gingen dekken. Voor de laagst gesalarieerden bracht de 265,-— regeling enig
voordeel- 1* -