6. Voorstel tot vaststelling van een plan tot herziening van het bestemmingsplan voor de kern Grouwvoor zover betreft het gebied van de Minne Finne en dat ten oosten van de Meersweg GEMEENTE IDAARDERADEEL GROUW No. 1031. Aan de gemeenteraad. Grouw, 7 mei 1968. Bij uw besluit van 16 september 196U, no. 18, is het uitbreidingsplan in onderdelen voor het dorp Grouw herzien. Hoewel het aanvankelijk in de be doeling lag, in deze herziening ook de Minne Finne en het gebied ten oosten van de Meersweg te betrekken, is daarvan naderhand afgezien. Tegen de bestem ming van de hierbedoelde gebieden waren namelijk enige bezwaarschriften inge diend, die zouden kunnen leiden tot vertraging van de goedkeuring van het ge hele plan. Besloten werd daarom de bestemming van de meeroever in een afzon derlijke herziening nader te regelen. Daartoe is thans een plan ontworpen, met bijbehorende voorschriften, waarin op de z.g.n. Minne Finne een hotel is geprojecteerd, zulks teneinde w te kunnen voorzien in de behoefte aan meer accommodatie, voortvloeiend uit de toeneming van het toerisme. Verder is, aansluitend op het industrieterrein van de N.V. Volmaaan een klein gedeelte van dit gebied de bestemming van industrieterrein gegeven. Hiermede is het plan aangepast aan de werkelijke toestand. Voor het overige blijft de Minne Finne de bestemming van plantsoen behouden. Het ten zuiden van de Minne Finne gelegen perceel water, zal, in tegen stelling tot het daaromtrent in het plan 196^ bepaalde, niet worden gedempt, maar de bestemming van water behouden. Tenslotte is de grond, waarop thans het Theehuis staat, in het ontwerp bestemd tot plantsoen. Dit houdt in, dat bij uitvoering van het plan ten oosten van de Meersweg geen gebouwen mogen worden opgericht en bestaande ge bouwen op de duur moeten verdwijnen. Aldus wordt de mogelijkheid geschapen tot het verkrijgen van een vrije meeroever, waaraan uit planologische overwe gingen de voorkeur wordt gegeven. Ten aanzien van het hierbedoelde ontwerp heeft vooroverleg ex artikel 8 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening plaats gevonden. Met de in dit overleg gemaakte opmerkingen is bij het definitieve ontwerp zo veel mogelijk rekening gehouden. Het ontwerpplan met toebehoren heeft van 2 februari j.l. af gedurende een maand ten gemeentehuize ter inzage gelegen. Van de gelegenheid om bezwaren in te dienen is door de volgende perso nen gebruik gemaakt: 1DrsJ.RKuperus te Grouw. Appellant, die eigenaar is van de Minne Finne, voert in hoofdzaak het volgende aan: a. de Minne Finne vormt met haar oeverbeplanting, het molentje, de bomen groep en de koeien een intiem dorpsbeeld van grote schoonheid en is van een zodanige landschappelijke waarde, dat dit beeld behouden dient te blijven; b. het dorps- en landschapsschoon zal door de bouw van een hotel ernstig worden aangetast, vooral ook, wanneer bij het hotel steigers worden ge bouwd c. de oeverbeplanting zou ter verkrijging van een vrij uitzicht voor het hotel voor een groot deel moeten verdwijnen; d. het karakter van de Minne Finne zou door het scheppen van noodzakelijke parkeergelegenheid ernstig worden aangetast; e. het projecteren van een hotel in de onmiddellijke nabijheid van een ge luidshinder veroorzakende fabriek is geen gelukkige keuze en zal leiden tot een verdere ontluistering van de Minne Finne.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1968 | | pagina 25