De heer Schermer is zeer verbaasd, dat de heer Kuperus, die de raad blijkbaar niet als onpartijdig orgaan wenst te erkennen, niet direct hogere voorziening heeft ge vraagd. Mevrouw Spijkstra-Nijdam is van oordeel, dat door burgemeester en wethouders de fout is gemaakt, dat de opening van de inschrijvingsbiljetten niet is geschied in tegenwoordigheid van de beide inschrijvers. Spreekster staat achter de uitspraak van de commissie. Wat de persoon van de inschrijvers betreft, is het haar om het even, wie de gunning krijgt. De heer Menger is het niet met de heer Moedt eens, wanneer deze stelt, dat wij met beide inschrijvers te maken hebben. In andere gevallen gaat het ook alleen om de laagste inschrijver, Voor spreker is de inschrijving van de heer Kuperus duidelijk: 12$ - 8$ hield in, dat h% in het bedrag was begrepen. Hij conformeert zich aan het standpunt van de commissie. De heer De Boer zegt, dat de B.T.W. het moeilijke punt in deze zaak is. Naar hij meent is de volgende berekening usance: vervoerskosten - k% omzetbelasting 12$ B.T.W. Spreker kan in dit opzicht de mening van de commissie niet geheel vol gen. Hij voelt wel voor het voorstel van de heer Moedt. De heer Hettinga zegt, dat deze zaak zijn bijzondere aandacht heeft gevergd. Het is mogelijk, dat Stelwagen in zijn inschrijvingsbedrag wel b% heeft geïncalcu- leerd. De grote fout is geweest, dat burgemeester en wethouders contact met Stelwagen hebben opgenomen. Het is echter niet te bewijzen, dat Stelwagen daardoor zijn bedrag heeft gewijzigd. Spreker vraagt zich af,, of bij gunning volgens het voorstel van de commissie, Kuperus er wel zeker van is vergunning te verkrijgen om ook de schoolkinde ren te vervoeren. De voorzitter ontkent ten stelligste, dat burgemeester en wethouders een der in schrijvers de gelegenheid hebben gegeven de B.T.W. in te trekken om daardoor de laagste te zijn. Geen van beide inschrijvingen waren duidelijk. In dat opzicht is hij het niet eens met de heer Menger. Burgemeester en wethouders hebben de fout gemaakt, dat zij de biljetten niet hebben teruggezonden voor nadere precisering. Wij hadden als bureaucraten moeten handelen en de biljetten onmiddellijk moeten retourneren. Omdat wij op 1 januari wilden starten, hebben wij, om tijd te winnen, telefonisch ge- informeerd, hoe het met de B.T.W. zat. Daarbij bleek ons, dat de k% omzetbelasting reeds in de inschrijvingsbedragen was inbegrepen. Toen waren voor ons de inschrij vingen duidelijk. Aangezien de heer Kuperus voor het totale vervoer hoger had inge schreven dan de heer Stelwagen, werd het vervoer aan laatstgenoemde gegund. Gelet op de situatie en het geringe verschil in inschrijfsommen hebben wij de in schrijvers het compromisvoorstel aangeboden, waarop de heer Kuperus niet wenste in te gaan. Hij was zelfs niet bereid de raad als onpartijdig orgaan te accepteren en zou eventueel in hoger beroep gaan. Het is ons niet duidelijk bij welke instantie, want van de onderhavige raadsbeslissing is geen beroep mogelijk. Burgemeester en wethouders achten het ten opzichte van een der inschrijvers, die reeds een grote investering heeft gedaan - aanschaffing van een busje - niet billijk, het compromisvoorstel ge durende slechts 1 jaar te aanvaarden, zoals de heer Moedt suggereert. Het komt het college beter voor dit te doen gelden voor 3 jaren, eventueel met een verlenging met uiterlijk 2 jaren. Naar aanleiding van de door mevrouw Spijkstra-Nijdam gemaakte opmerking zegt de voorzitter, dat, indien de inschrijvers bij de opening der biljetten waren tegenwoor dig geweest, dit de onduidelijkheid niet had opgelost. Bovendien hadden de inschrij vers dan ten er.reehte van elkaar's inschrijvingen kennis kunnen nemen. Wethouder Vledder betreurt achteraf, dat het college voor Kuperus niet de voorwaar de heeft gesteld, dat deze zijn vergunning beschikbaar moest stellen, wanneer na in schrijving het gecombineerde vervoer aan Stelwagen zou worden gegund. De tweede fout van burgemeester en wethouders betreft het telefonisch informeren bij een der in schrijvers, wat formeel niet juist is. Burgemeester en wethouders willen deze fouten graag erkennen, maar als de raad ons college deze fouten ernstig wil aanrekenen, zijn er twee mogelijkheden: burge meester en wethouders berispen of de wethouders hun congé geven. Wat de zaak zelve betreft zijn burgemeester en wethouders van mening, dat de laagste inschrijving voor de gunning in aanmerking komt. De vraag, wie de laagste inschrijver is, vormt hier het grote struikelblok. Spreker zelf concludeert, dat Stelwagen als laagste inschrij ver moet worden aangemerkt. Overigens is hij het met de heer Moedt eens, dat wij met 2 bedrijven te maken hebben. In dat opzicht kan hij de mening van de heer Menger niet delen. De verstandigste oplossing lijkt hem om het compromisvoorstel voor de duur van 5 jaar te aanvaarden. - 6 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1969 | | pagina 13