2. Boven de schuilplaats moeten vloeren of daken voor
komen, waarvan het gezamenlijk gewicht U70 kg per m2
bedraagt
3. Een wandgedeelte, waarvan de ondergrens ten minste 1.80 m
boven de vloer is gelegen, behoeft niet aan de in het
eerste lid gestelde eis te voldoen, mits ter hoogte
van de ondergrens van dat wandgedeelte een van binnen
uit bereikbaar horizontaal vlak van ten minste 20 cm
breedte aanwezig is, in staat een last van 230 kg per
m lengte te dragen.
Van de eis, gesteld in het tweede lid, kan ten op
zichte ve„n het horizontale grensvlak boven de schuilplaats
voor ten hoogste 1 van de vereiste oppervlakte worden
afgeweken
5. Bij de berekening van het gewicht van constructies,
waarin holten voorkomen, wordt met het volume-gewicht
per m2 gerekend.
Artikel 279° Overruimte.
Indien de oppervlakte van de schuilplaats groter is dan
ingevolge artikel 276, eerste lid is vereist, behoeft
slechts de vereiste oppervlakte aan het gestelde in
artikel 278 te voldoen.
Artikel 280. Aangeven van de schuilplaats op tekeningen.
De tot de schuilplaats bestemde ruimte, dan wel het daar
toe bestemde gedeelte der ruimte, moet in de tekeningen,
behorende bij de aanvraag om bouwvergunning, duidelijk
zijn aangegeven.
Artikel 281. Samenstelling van vloeren, trappen en
bordessen.
De vloeren, alsmede de gemeenschappelijke trappen en
bordessen van de in artikel 272 bedoelde gebouwen moeten,
voor wat betreft het deel der constructie dat de be
lastingen opneemt, zijn samengesteld uit materiaal dat
geen organische stoffen bevat.
Artikel 282. Samenstelling van daken.
1. De constructie ter afdekking van een gebouw als be
doeld in artikel 272, daaronder mede begrepen de
direct onder een niet toegankelijke kapruimte ge
legen plafondconstructie, moet zowel van buiten
naar binnen als omgekeerd gedurende ten minste 30
minuten brandwerend zijn.