Spreker handhaaft zijn eerder geopperde bezwaren tegen de begroting van het Recreatieoord. In het financiële beleid vormen de aanloopkosten, welke nog lang niet zijn weggewerkt en de afschrijvingen, die onbevredigend zijn, nog moeilijke punten. Het derven van inkomsten als gevolg van verpachten van de kampwinkel acht spreker in deze situatie, financieel gezien, orverantwoord. Ook om andere redenen is naar zijn mening afstoting van de kampwinkel niet noodzakelijk, omdat door het aanstellen van een full-time administrateur de directeur in bepaalde taken kan worden ontlast. Spreker meent dan ook zijn goedkeuring aan deze begroting te moeten onthouden. De heer De Boer acht het antwoord van burgemeester en wethouders allerminst be vredigend. Hij deelt de bezwaren van de heer Moedt over het afstoten van de kampwin kel. De achtergrond van deze affaire is echter, dat de gemeente garant is voor eventuele verliezen van de Stichting en de raad met deze begroting wordt geconfron teerd. Niettegenstaande zijn kritiek op deze begroting, gaat het spreker te ver om de goedkeuring daaraan te onthouden, gezien het feit, dat het stichtingsbestuur een sluitende begroting heeft aangeboden. Niet-goedkeuring van de begroting zou/beteke nen, dat de raad zich gaat mengen in bestuurs- en beleidsaangelegenheden van de Stichting. in dit geval, De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders wel hadden verwacht, dat hun antwoord voor de raad, althans voor de meerderheid, onbevredigend zou zijn. Er zijn ook geen andere argumenten aan te voeren dan in eerste instantie is geschied. Ze zijn nu alleen wat meer geformuleerd. Het gaat dus in feite om de directeur te ontlasten van de rompslomp, die de kampwinkel voor hem meebrengt. Hij zal dan meer tijd aan andere zaken kunnen besteden, waardoor meer service aan de gasten kan worden verleend. Belangrijk is, dat de inkomstenderving, die het gevolg is van de afstoting van de kampwinkel, ruimschoots wordt opgevangen binnen het raam van een sluitende begroting. Voorts wordt de begroting telken jare zeer voorzichtig opgezet. De exploitatie-uitkomsten zijn vaak hoger dan de bedragen, die bij de begroting zijn geraamd. In verschillende opzichten is er een gunstige ontwikkeling van het recreatie oord waar te nemen. Er is geen sprake van enige vorm van wanbeheer, waardoor de ge meentelijke garantie in gevaar zou worden gebracht. In dat licht bezien gaat het te ver, wanneer de raad deze begroting niet zou goedkeuren. Men kan kritiek hebben op bepaalde begrotingsposten, maar men kan niet zo ver gaan, dat men op de stoel van het stichtingsbestuur gaat zitten. De heer De Boer vraagt onder welke voorwaarden de kampwinkel verpacht zal worden. Moet de winkel ook verbouwd worden en zo ja, wie moet dat betalen, of wordt dit ver disconteerd in de pachtsom? De heer Moedt merkt op, dat hij wel verheugd is over de gunstige ontwikkeling van net recreatieoord. Hij vindt het echter niet juist, dat dit op deze wijze wordt ge ëlimineerd. Het derven van iuOOO,dat gekapitaliseerd een aanzienlijk bedrag betekent, acht hij onaanvaardbaar. De voorzitter antwoordt de heer De Boer, dat het stichtingsbestuur 16 voorwaarden voor de verpachting heeft opgesteld. De belangrijkste daarvan zijn: 1. de inschrijving staat open voor alLe .zakenlieêten van Idaarderadeel 2. de winkel moet in haar huidige toestand aanvaard worden; 3. de inschrijvingssom moet minstens 8van de omzet ad 100.000,bedragen, der halve minimaal 8.000, De hoogste inschrijver komt voor gunning in aanmerking, mits het bedrag hoger is dan 8.000, Heeft geen der inschrijvers boven 8.000,ingeschreven, dan gaat de verpachting niet door en wordt het beheer van de kampwinkel normaal gecontinueerd door de Stichting. k. de verpachting geschiedt voorlopig voor 1 jaar. De heer VledderWij zijn het allen wel met de heer Moedt eens met betrekking tot de exploitatie van de kampwinkel. Het gaat gelukkig zeer goed met het Recreatieoord. Wij moeten ons er wel rekenschap van geven, dat niet-goedkeuring van de begroting de aftreding van het stichtingsbestuur tot gevolg kan hebben. Op dit ene onderdeel van het beleid kan men het stichtingsbestuur niet naar huis sturen. De voorzitterIn het stichtingsbestuur was in deze kwestie een meerderheids- en een minderheidsstandpunt. De minderheid werkt evenwel loyaal mee aan de uitvoering van het meerderheidsbesluit. Niet-goedkeuring van de begroting door de raad staat gelijk met een motie van wantrouwen. Hierna wordt het voorstel aangenomen met 9-2 stemmen. Tegen stemmen de heren B. Hettinga en K. Moedt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1969 | | pagina 9