Met betrekking tot deze bezvaarschrift-en en de naar voren gebrachte argu menten zijn wij, na ingewonnen advies van onze stedebouwkundig adviseur, tot de volgende conclusie gekomen: Ad. 1Bij de ten uitvoerlegging van het bestemmingsplan zal de gemeente, voor zoveel nodig, de eigendom moeten verkrijgen van het aan reclamant Kingma Boltjes toebehorende schiphuis en van een deel van de bij de boerderij "Klein Biensma" behorende landerijen. Bij aankoop c.q,. onteigening van een en ander zal zowel de eigenaar als de pachter volledig schadeloos gesteld worden, waardoor naar onze mening de bezwaren ad 1, sub a, b en c komen te vervallen. Ten aanzien van de bezwaren, genoemd onder d en e mogen wij u verwijzen naar onze onder 5e en 6e gegeven motivering. Ad. 2. Met betrekking tot de door reclamant Bouma verwachte teruggang in rende ment van zijn veehoudersbedrijf zal schadeloosstelling plaats vinden bij pacht- ontbinding, bij welke overeenkomst tevens de eventuele verplaatsingskosten van het woonschip kunnen worden geregeld. Ad. 3Aangezien door een verschuiving van het tracé van de nieuw geprojecteerde weg met brug over de Rechte Grou de situering zou verslechteren, is de huidige oplossing gekozen. Bij verwerving van de nodige grond door de gemeente, zal schadeloosstelling van eventueel van reclamante mevrouw Stelwagen-Bouma over te nemen eigendommen plaats vinden. Bij realisering van de bestemming, welke in het plan is gegeven aan perceel B. 773, zal de boerderij met woning op dit per ceel niet gehandhaafd kunnen worden, zodat de gemeente alsdan tot aankoop zal dienen over te gaan, uiteraard tegen nader overeen te komen schadeloosstelling. Ad. h. Bij aankoop van de grond ten behoeve van de wegaanleg in het plan, zal de eigenaar en gebruiker van de percelen B. jèk en B. 765 tevens vergoeding wegens snijschade ontvangen. Aankoop van de resterende delen van genoemde per celen zal plaats moeten vinden, zodra dit wegens vestiging van bedrijven in dit gebied nodig mocht blijken. Ad. 5Be hier bedoelde erfdienstbaarheid rust op perceel 7^3 sedert 26 maart 1925o Het wekt bevreemding, dat nadien reclamant en/of de vorige eigenaars van het pand Nieuwe Kade 3a de plaatsing van meerdere opstallen op het bezwaarde perceel hebben toegestaan c.q. getolereerd» Voor het overige menen wijdat het naar voren gebrachte bezwaar niet opweegt tegen het algemeen belang, dat door het onderhavige bestemmingsplan wordt ged i end Afkoop, eventueel onteigening van de erfdienstbaarheid zal, zodra nodig, plaats vinden tegen schadeloosstelling» Ad. 6. Wij zijn met reclamant van oordeel, dat de gemeente de consequenties van het verdwijnen van de ijsbaan zal moeten aanvaarden. Verplaatsing van de ijs baan naar het plan Zuid-West is wellicht mogelijk; de kosten van inrichting van een gelijkwaardige ijsbaan en de daaruit voor de ijsclub voortvloeiende hogere gebruikskosten zullen ingevolge artikel h-9 der Wet op de Ruimtelijke Ordening voor rekening van de gemeente komen» Ad. 7» Wij delen de mening van reclamante, dat bij realisering van het plan i.cde aanleg van een jachthaven) de gehele boerderij met bijbehorend land door de gemeente dient te worden aangekocht, waarmee derhalve het ingediende bezwaar is komen te vervallen. Een en ander resumerende, achten wij het op planologische gronden niet mogelijk, ter wille van enkele bezwaarden - die eventueel volledig schadeloos gesteld zullen worden - een wijziging in het plan aan te brengen. Op grond van het vorenstaande stellen wij u mitsdien voor: a» de bezwaarschriften 1 t/m 7 ongegrond te verklaren. b. het ontwerp-bestemmingsplan voor gronden ten noorden van de kern Grouw on gewijzigd vast te stellen en daartoe te nemen een besluit, waarvan het con cept bij de raadsstukken voor u ter inzage ligt. Burgemeester en wethouders der gemeente Idaarderadeel K.J.Vrijling, burgemeester. D. Smits secretaris»

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1969 | | pagina 41