3o In geval van overgang naar een ambt, gerangschikt in dezelfde salarisschaal, wordt, onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid, voor de vast stelling van de salarisanciënniteit in het nieuwe ambt mede rekening gehouden met de in het verlaten ambt verworven salarisanciënniteit. Ho In geval van bevordering wordt de salarisanciënniteit, door toepassing van het tweede lid, zodanig vastgesteld, dat het salaris in het nieuwe ambt tenminste wordt bepaald op het bedrag van het salaris, dat de ambtenaar in het verlaten ambt genoot, vermeerderd met êën periodieke verhoging van de aan het nieuwe ambt verbonden salarisschaal. 5. In geval van bevordering van een ambtenaar die een. loon geniet, wordt dit loon, door toepassing van het eerste lid, zodanig vastgesteld, dat het loon in het nieuwe ambt te allen tijde uitgaat boven het loon, dat de ambtenaar in het ver laten ambt zou hebben genoten. Artikel 11. 1. Aan de mannelijke ambtenaar die gehuwd of gehuwd geweest is en de 21-jarige leef tijd heeft bereikt, wordt een vaste huwelijkstoelage toegekend van f.52.- per maand, of indien dit voor de belanghebbende tot een gunstiger uitkomst zou leiden, tot een bedrag, gelijk aan het totaal van de eerst volgende twee periodieke verho gingen welke voor hem gelden, een en ander met dien verstande, dat de som van het salaris en de huwelijkstoelage niet mag stijgen boven het maximum van de voor hem geldende slarisschaal, en dat door de toekenning van de huwelijkstoelage de wedde nimmer meer mag bedragen dan f.727°- per maand. 2. Het bepaalde in het vorige lid is mede van toepassing op de vrouwelijke ambt naar van tenminste 21 jaar, die gehuwd geweest is en niet is hertrouwd. 3. De huwelijkstoelage gaat in op de eerste dag van de maand waarin de aanspraak in gevolge het eerste dan wel tweede lid is ontstaan. H. De ambtenaar die een ambt bekleedt hetwelk naar het oordeel van burgemeester en wethouders als nevenbetrekking is te beschouwen, heeft uit dien hoofde geen aan spraak op de in dit artikel bedoelde toelage, tenzij hij meer dan een van derge lijke ambten in dienst der gemeente bekleedt en hij daarin voortdurend een volledi ge dagtaak vindt, in welk geval aanspraak op de huwelijkstoelage bestaat in het ambt waaraan het hoogste maximumsalaris is verbonden, indien en voor zover de som der aan de ambten verbonden wedden, door de toekenning van de huwelijkstoelage, niet meer bedraagt dan het aan het slot van het eerste lid aangegeven bedrag. 5. De ambtenaar die twee of meer als nevenbetrekkingen te beschouwen ambten in dienst van de overheid bekleedt, waaronder een of meer in dienst van deze gemeente, en in de gezamenlijke vervulling daarvan bij voortduring een volledige daagtaak vindt heeft aanspraak op een gedeelte van dein het eerste lid bedoelde huwelijkstoelage, indien en voor zover de som der aan de ambten verbonden wedden, door de toekenning van de huwelijkstoelage, niet meer bedraagt dan het aan het slot van het eerste lid aangegeven bedrag. Het gedeelte waarop aanspraak bestaat wordt berekend naar de verhouding van de wedde(n), verbonden aan de ambten die de ambtenaar in dienst der gemeente vervult, tot het totaal der wedden die hij in overheidsdienst geniet. 6. Het bepaalde in dit artikel is slechts van toepassing voor de ambtenaar wiens salaris in bijlage A I is vermeld. Artikel 12. IVoor het van gemeentewege verstrekte genot van woning, wordt op de wedde van de ambtenaar een korting toegepast van 12%. 2. Indien de ambtenaar aantoont, dat de huurwaarde van de woning voor de heffing van de inkomsten- en loonbelasting minder bedraagt dan de op grond van het eerste lid bepaalde korting wegens het genot van woning, wordt deze op het bedrag van die huurwaarde gesteld. Artikel 13. Voor het van gemeentewege verstrekte genot van kost en inwoning wordt op de be zoldiging een korting toegepast tot het bedrag, dat door de voor de berekening van de loonbelasting geldende tabel wordt aangewezen. Artikel 1H. 1. Met inachtneming van het bepaalde in de hierna volgende leden heeft de ambtenaar, die in het bezit is van een of meer der na te noemen akten en diploma's deswege aanspraak op een voor iedere akte en voor ieder diploma hierna te noemen vaste toelage;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1969 | | pagina 63