8. Voorstel tot het besteden van de aanvullende
bijdrage uit het gemeentefonds over 1968 en het
beschikken over de quartaire wegenreserves
GEMEENTE IDAARDERADEEL Aan gemeenteraad.
GROUW Grouw,, 3 juni 1969
101+9
Zoals bekend, is in het verleden enkele malen aan het rijk verzocht, aan
deze gemeente een aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds toe te kennen, omdat
de normale inkomsten van de gemeente niet toereikend waren voor de noodzakelijke
uitgaven. Zo werd bij uw besluit van 12 januari 1966 een extra bijdrage van het
rijk gevraagd van .11+281+2,- voor de dekking van onderstaande lasten:
1 kapitaallasten centrale begraafplaats 39900,-
2 idem wegverbetering Roordahuizum 5821+2,-
3 uitbreiding straatverlichting 25000,-
1+ aanstelling plantsoentuinman 11500,-
5 verbetering dak gemeentehuis 8200,-
011+281+2,-
Bij uw besluit van 11 januari 1967 werd opnieuw een a.anvullende bijdrage
gevraagd voor de vclgende lasten:
6 kapitaallasten J.W. de Visserwei 123000,-
7 idem bouw nieuwe brug te Wartena 31000,-
8 idem aanleg sportveld Warga 991+6
16391+6,-
Tenslotte werd door ons, op grond van de uitkomsten van de primitieve
begroting 1968welke begroting een tekort vertoonde van ƒ.26500,- een aanvullende
bijdrage tot dit bedrag gevraagd, ten-rij 1 bij uw besluit van 11+ mei 1968 no. 8
nogmaals een aanvullende bijdra.ge werd gevraagd voor de dekking van de kapitaal-
lasten van de nieuwe brug te Wartena, groot ƒ.31000,-.
Zoals bekend is, kon in de afgelopen jaren, mede door het verhogen van de
riool- en de wegbelasting, voor de hierboven onder 1,2,5 en 8 genoemde werken dek
king worden gevonden. Voorts werd in de begroting 1969a mede door een verwacht ba
tig saldo van het gasbedrijf, dekking gevonden voor de kosten van uitbreiding van
de straatverlichting te Grouw en de aanstelling van een extra, werkkracht bij de
dienst van gemeentewerkenWij merken hierbij nog op, da.t voor het dorp Warga een
nieuw verlichtingsplan is ontworpen, waarvan de kosten zullen worden geraamd in de
begroting 1970.
Wat ons verzoek om een aanvullende bijdrage voor 1968 - groot ƒ.26500,- be
treft, merken wij op dat, mede door het inwerkingtreden van de Algemene wet bij
zondere ziektekosten, bij uw besluit van 1l+ mei 1968 de begroting 1968 alsnog
sluitend kon Worden gemaakt.
Uit de door de Minister van Binnenlandse zaken gegeven voorschriften blijkt,
dat een gemeente alleen dan voor een aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds
in aanmerking komtindien
1e. het tekortschieten van de algemene inkomsten in de voorzieningen in noodzake
lijke behoeften, van structurele aard is, althans zich over een aantal jaren
heeft uitgestrekt;
2e. de belasting en andere inkomsten tot een redelijk peil zijn opgevoerd.
Bij het met de Inspecteur van de gemeentefinanciën in de herfst van 1967 ge
voerde overleg is vastgesteld, dat deze gemeente ten opzichte van vergelijkbare
gemeenten, extra, hoge uitgaven heeft ten gevolge van de slechte ondergrond en de neer
den normale lengte van de wegen (hoge onderhoudskosten); de veroudering van de be~
volking (hoge verpleegkostenen de kosten van bruggen en ponten.
Voor deze structuur- verstorende factoren werd, op basis van de begroting
1967 een tekort aan middelen berekend van ƒ.132000,-.
Sedert bovengenoemde bespreking is de financiële positie van de gemeente,
mede ten gevolge van het inwerkingtreden van de Wet Uitkering Wegen en de Algemene
Wet Bijzondere Ziektekosten, enigszins verbeterd. Waarschijnlijk mede tengevolge
van deze wetten is de aanvullende uitkering uit het gemeentefonds, welke aan deze
gemeente voor 1968 is toegekend, beperkt gebleven tot een bedre„g van 1+0.000,-.
Aan de toekenning van deze bijdrage zijn de na.volgende voorwaarden verbonden:
a. aan nog openstaande begrotingen worden geen nieuwe uitgaven toegevoegd, welke