Ho1U De raad der gemeente Idaarderadeel
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd.3 juni j.l.no.
1106;
Gelet op artikel 168 van de gemeentewet;
Besluit
vast te stellen navolgende
VERORDENING, regelende het bedrijfsmatig verstrek-
ken_van alcoholvrije drank.
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder alcoholvrije drank mede
verstaan de drank, die bij een temperatuur van 15°Cvoor minder dan 1j volume
procent uit alcohol bestaat.
Artikel 2.
1Het is verboden zonder verlof van burgemeester en wethouders in een be
sloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse
te verstrekken.
2. Dit verbod geldt niet:
a. indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de Drank- en
Horecawet tot het uitoefenen van een horecabedrijf of een horecawerk-
zaamheid.;
b. indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige
aard aan personen, die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor
het gebruiken van consumpties
c. voor openbare middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.
Artikel 3.
1Het verlof geldt uitsluitend voor een of meer in het verlof vermelde
ruimten
2. Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlofbedrijf door of namens
een van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot een maand na het over
lijden of, indien binnen die termijn terzake een nieuw verlof is aange
vraagd, tot het tijdstip waarop op deze aanvraag onherroepelijk is beslist,
Artikel k.
1. Voor het verkrijgen van een verlof moet worden voldaan aan de volgende
eisen:
a. de bedrijfsleider c.q. beheerder moet voldoen aan de eisen, die bij of
krachtens artikel 5, tweede lid, aanhef en letters a en b, en derde lid
van de Dramiv- en Horecawet, worden gesteld aan bedrijfsleiders en be
heerders, en de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt;
b. indien het verlof wordt aangevraagd door een natuurlijk persoon, moet
deze de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt.
2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders ontheffing ver
lenen van de in het eerste lid vermelde leeftijdseis.
Artikel 5.
1. Het verlof wordt schriftelijk aangevraagd bij burgemeester en wethouders.
Deze beslissen binnen drie maanden nadat de aanvraag is ingekomen.
2. Het verlof kan onder beperkingen worden verleend; aan het- verlof kunnen
voorschriften worden verbonden.
Artikel 6.
1Burgemeester en wethouders weigeren het verlof indien niet wordt voldaan
aan de in artikel U gestelde eisen.
2. Zij trekken het verlof in, indien:
a. niet langer wordt voldaan aan de in artikel 4 gestelde eisen;
b. gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn
verricht met gebruikmaking van het verlof;
- 2 -