2E3E
10. Beroepschrift van H. de Boer te Roordahuizum tegen
weigering van een bouwvergunning.
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No.1660.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 2 september 1969
Onder dagtekening van 20 mei j.l. hoeft do heer H. de Boer te Roordahui
zum vergunning gevraagd voor de bouw van een garage met magazijn op het erf ach
ter zijn woning plaatselijk gemerkt Master Gorterstrjitte 8, kadastraal bekend
gemeente Roordahuizum, sectie A, no.1852.
Bij ons besluit van 9 juni j.l. hebben wij de gevraagde vergunning gewei
gerd op grond van de overweging:
dat de grond, waarop aanvrager voornemens is te bouwen, in het geldende bestem
mingsplan voor de kern Roordahuizum de bestemming heeft van ''woningbouw volgens
bebouwingsklasse V"
dat krachtens het bepaalde in de bij voornoemd plan behorende "Nadere Bepalingen"
op achtererven van woningen volgens voormelde bebouwingsklasse bijgebouwen mogen
worden opgericht met een oppervlakte van ten hoogste 35 m2;
dat volgens het overgelegde bouwplan de garage en het magazijn een oppervlakte
zullen verkrijgen van bijna 100 m2;
dat het ingediende bouwplan mitsdien in strijd is met voornoemde "Nadere Bepalin
gen"
dat voorts ingevolge het genoemde bestemmingsplan een gedeelte van het in de aan
hef genoemde perceel de bestemming heeft van ''grond voor agrarische doeleinden
met uitzondering van bebouwing"
dat derhalve het overgelegde bouwplan tevens uit dien hoofde in strijd is met
bedoelde "Nadere Bepalingen"
dat de gevraagde vergunning krachtens het bepaalde in artikel 1+8, eerste lid, der
woningwet, juncto artikel 2i, eerste lid, der bouwverordening dan ook moet wor
den geweigerd"
Tegen dit besluit is de heer De Boer, voornoemd, bij de raad binnen
de voorgeschreven termijn in beroep gekomen.
Appellant voert in hoofdzaak aan, dat:
a. de te bouwen loods bedoeld is voor het stallen van een rijdende winkel en voor
opslag, welke bij een melkdetail-handelaar grote vormen aanneemt;
b. hij een melkwijk heeft te Akkrum, maar het vinden van een geschikt pand al-
daar op te grote bezwaren stuit
c. hij bovendien op het erf van zijn woning voldoende ruimte heeft voor de bouw
van een loods
d. hij te Akkrum een noodopslag heeft gevonden bij de voormalige F.C.E., maar
dat dit geen bevredigende oplossing is, omdat die opslag niet vorstvrij is en
direct aan de Boom staat, waar ratten en muizen geen zeldzaamheid zijn en
bovendien omdat meerdere personen toegang hebben tot deze localiteit.
In verband met een en ander vraagt appellant vernietiging van ons besluit
en eventueel het bevorderen van een wijziging van het bestemmingsplan, die de
voorgenomen bouw alsnog mogelijk zal maken.
De commissie voor administratief beroep, bedoeld in artikel 65 van het
reglement van orde voor de raadsvergaderingen, heeft op 5 augustus j.l. de heer
De Boer gehoord en daarvan bijgaand rapport uitgebracht.
Zoals u moge blijken, is de commissie op grond van de geldende voorschrif
ten tot de conclusie gekomen, dat de bouwvergunning terecht is geweigerd.
Wij stellen u mitsdien voor, het beroepschrift ongegrond te verklaren en
ons besluit van 9 juni j.l. te handhaven.
De commissie is voorts met het oog op de voor appellant en voor Roorda.-
huizum in het geding zijnde belangen van oordeel, dat het wenselijk is te streven
n?'^r.e?n ^evre(hiGen<ïe oplossing en geeft in verband hiermede in overweging, een
W1jziging te bevorderen van het bestemmingsplan en wel in die zin, dat het voor
agrarische doeleinden bestemde gebied iets wordt ingekrompen.
