17Voorstel tot schrapping van het subsidie voor de volkshogeschool "Allardsoog" Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. Hierna stelt de voorzitter voor even te pauseren. Hij schorst de openbare vergadering. Na heropening stelt de voorzitter aan de orde punt 18. Behandeling van de begrotingen voor het, dienstjaar 1970» Voor de algemene beschouwingen wordt de rij van sprekers geopend door de heer Mcedt. Hij zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter, mevrouw, mijne heren. Voor de laatste maal in de zittingsperiode van de raad in zijn huidige samenstel ling, buigen wij ons over de gemeentebegroting en de begrotingen van de gemeente bedrijven. Ik stel andermaal vast, dat de gemeentebegroting 1970 een goed werkstuk kan worden genoemd. De eveneens ontvangen aanbiedingsbrief wordt zeer op prijs gesteld, omdat het alge meen overzicht hierdoor wordt verduidelijkt. Een woord van erkentelijkheid aan de opstellers is hier zeker op zijn plaats., Het verheugt mij, mijnheer de voorzitter dat, evenals vorig jaar een sluitende be groting wordt aangeboden. Overigens meen ik, mijnheer de voorzitter, dat met betrekking tot dit punt een kritische opmerking moet worden gemaakt. Dat de begroting sluit is een gevolg van het feit, dat ruim f 66.000,- van de winst van het gasbedrijf aan de adgemene middelen werd toegevoegd. Ik ben van mening, dat hier iets scheef zit. Zijn opvatting is n.l. dat openbare nutsbedrijven niet meer winst mogen maken dan uit een oogpunt van continuïteit in de bedrijfsvoering strikt noodzakelijk is. De tariefstelling van een dergelijk bedrijf moet hierop zijn gebaseerd.^ Tegen de achtergrond van deze stelling acht ik een reservering uit de winst van het gasbedrijf voor het fonds voor onrendabele gebieden zeer juist. Dat met een deel van de winst van het gasbedrijf de gemeente-begroting sluitend moet worden gemaakt acht ik vel een begrijpelijke, maar geen bevredigende gang van zaken. In feite leidt dit tot relatief te hoge gastarieven en een vertekend beeld van de feitelijke financiële positie van de gemeente. Tegen de achtergrond van het hiervoor genoemde teken ik aan, dat de gemeentelijke belastingcapaciteit thans geheel is benut, zodat voor de dekking van de uit grote investeringen voortvloeiende lasten de eigen inkomsten geen ruimte meer bieden. Investeringen, die niettemin moeten plaats vinden, willen wij in deze gemeente het woon- en werkklimaat niet alleen op het huidige peil handhaven, maar ook nog en noodzakelijkerwijs verbeteren. Ik ben n.l. van mening, dat onze gemeente het in de toekomst voor een niet onbe langrijk deel van het forensisme zal moeten hebben. Uiteraard hoop ik op verdere groei van onze industrie. Ook dit vraagt evenwel vele secundaire voorzieningen. Voor wat het forensisme en laatstgenoemd punt betreft vormen woningvoorziening en goed onderwijs belangrijke zaken, willen wij voorkomen, dat mensen uit de z.g.n. middengroepen, werkzaam binnen onze gemeente of uitsluitend geporteerd om hier te wonen, zich elders gaan vestigen, zoals in het verleden wel is gebeurd. Het verheugt mij, mijnheer de voorzitter, dat er op dit punt thans betere perspec tieven komen, althans voor wat de woningbouw betreft. Wel zou ik gaarne zien, dat wat de mogelijkheden tot particuliere woningbouw aan gaat de gemeente wat meer acquisitie zou bedrijven. Met name de aantrekkelijkheden van dit gebied als woongebied dienen tot uitdrukking te komen. Het is betreurenswaardigdat met betrekking tot de mogelijkheden om goed^onderwijs te geven, de positie moeilijker gaat worden door de toenemende discrepantie tussen de werkelijke lasten en de rijksvergoeding Een vooralsnog blijvende bron van zorg vormen onze lange wegen en waterlopen met de zich daarin bevindende kunstwerken. - 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1969 | | pagina 11