- - 5 - Artikel 15 De ambtenaar aan wie de verplichting wordt opgelegd een eigen vervoermiddel ter beschikking van de dienst te stellen, ontvangt deswege een tijdelijke, door burgemeester en wethouders vast te stellen vergoeding. Artikel 16 1Indien het loon van een jeugdig ambtenaar minder bedraagt dan het voor hem krachtens het volgende lid bepaalde grensbedrag, en hij, naar het oordeel var- burgemeester en wethouders, niet kan inwonen bij het gezin waartoe hij behoort, kunnen burgemeester en wethouders bepalen, dat aan hem, bij wijze van tijdelij ke maatregel, een tijdelijke pensiontoelage wordt verleend, waarvan het bedrag ten hoogste gelijk zal mogen zijn aan het verschil tussen het voor hem bepaalde grensbedrag en zijn loon, 2. Het grensbedrag, bedoeld in het vorige lid, bedraagt bij een leeftijd van de ambtenaar van: 20 jaar f U.^0,- per jaar of 370,- per maand; 19 jaar f H.308,- per jaar of 359-- per maand; 18 jaar U.176,- per jaar of f 3^8,- per maand- 17 jaar of jonger k.068,- per jaar of 339,- per maand. Artikel 17- 1. Het genet van de bezoldiging vangt aan met de dag, waarop de aanstelling ingaat. Indien in het besluit van benoeming geen datum van ingang is vermeld, vangt het genot van de bezoldiging aan met de dag, waarop het ambt is aanvaard. 2. De bezoldiging wordt per maand uitbetaald. 3. Het genot van de bezoldiging eindigt op de dag van ontslag uit de betrekking of op de dag van het overlijden van de ambtenaar. Art ikel 18 Bij aanstelling, bevordering, verhoging of uitbetaling van bezoldiging worden de ambtenaar geen kosten in rekening gebracht Artikel 19 In gevallen, waarin de bezoldiging of de kortingsbedragen moeten worden bere kend over een gedeelte van een maand, of van een week, wordt de bezoldiging of korting per dag vastgesteld door de bezoldiging of korting per maand te delen door het aantal dagen van de desbetreffende kalendermaand. De ingevolge het vorige lid vastgestelde bedragen worden tot een cent naar boven afgerond. Artikel 20. In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, treffen burgemeester en- wethouders de nodige voorzieningen. Artikel 21 Burgemeester en wethouders bepalen nader de salarisanciënniteit van de bij het inwerkingtreden dezer verordening in dienst zijnde ambtenaren. Artikel 22. 1Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1970 2. Zij kan worden aangehaald als Bezoldigingsverordening 1970'1. Artikel 23» Met ingang van 1 januari 1970 vervalt de Bezoldigingsverordening 1969- - 6 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1970 | | pagina 29