-3- Er kan m.i. verder worden volstaan met te concluderen, dat het bestuur van de stichting Recreatieoord erkent, dat het eerste besluit - zij het overigens op aanvechtbare gronden - op democratische wijze en in over eenstemming met de statuten van het Recreatieoord tot stand is gekomen en dat genoemd bestuur zich hierbij neerlegt» Een felicitatie aan het adres van de P.v.d.A. lijkt mij hier dan ook op zijn plaats. Ik hoef nauwelijks meer te vermelden mijnheer de voorzitter, waarom ik tegen het onderhavige voorstel ben. Het is m.i. te enen male onjuist, dat een raadslid bestuursverantwoorde- lijkheid neemt voor een stichting, die hij zelf moet controleren. Zijn onafhankelijke positie wordt hierdoor aangetast. Ook zonder bestuurslid te zijn heeft een raadslid voldoende mogelijkhe den om controle uit te oefenen op het doen en laten van het bestuur van de stichting Recreatieoord en, indien nodig, sancties te nemen. Men leze er de statuten van de stichting maar op na. Maar men moet zich als raadslid van deze mogelijkheden bewust zijn en ze weten te gebruiken. De gang van zaken met betrekking tot de verhuur van de kampwinkel is een typisch voorbeeld van hoe het niet moet. De P.v.d.A., die het sociaal toerisme zozeer zegt voor te staan, stemde voor de verhuur van de kampwinkel, ondanks het feit dat zwart op wit door het bestuur van het recreatieoord werd aangetoond, dat door deze verhuur rond k500,- aan de netto-winst van het recreatieoord werd ont trokken. De mogelijkheden om de prijzen van het recreatieoord laag te houden worden hierdoor beperkt. Toen derhalve het essentiële van de taak van de raad ten opzichte van het recreatieoord in het geding was, schoot de P.v.d.A. grotelijks tekort. Volledigheidshalve vermeld ik, dat Gemeentebelangen haar naam, toen de ze kwestie aan de orde was eer heeft aangedaan. Gelet op het voorgaande lijkt mij het meest logische, dat Burgemeester en Wethouders het onderhavige voorstel intrekken en eenvoudig uitvoering geven aan het reeds genomen besluit Mochten B.en W. hiertoe niet bereid zijn, dan zie ik mij genoodzaakt om tegen het onderhavige voorstel te zijn De heer de Boer dankt de heer Moedt voor zijn felicitatie, waarvoor hij zeer erkentelijk isHet is spreker bekend, dat een raadslid, dat tevens stemrecht heeft in het bestuur van het recreatieoord, het grote struikel blok voor de heer Moedt is. Spreker zegt dat er naar gestreefd moet worden, dat de 1e afdeling een klankbord van de raad in het recreatieoord gaat worden, zo is het ook door het bestuur aangevoeld. Het voorstel van burgemeester en wethouders is er een op een basis van goed vertrouwen. Er moet eerst maar eens worden afgewacht hoe een en ander zal werken. De voorzitter zegt, zich tot enkele korte opmerkingen te willen beperken. Spreker herinnert er aan, dat het voorstel om een raadslid te benoemen tot 19Tk een suggestie van het stichtingsbestuur is geweest, dat door burge meester en wethouders is overgenomen. Het college heeft hieraan nog 2 punten toegevoegd a. dat ter versterking van de band tussen het gemeentebestuur en het recre atieoord tot september 197k de eerste afdeling van de raad zal worden geïnformeerd omtrent aangelegenheden van het recreatieoord, waaromtrent de mad ocnbeslissing moet nemen» b. dat na september 197k de dan zittinghebbende raad eventueel opnieuw zal kunnen bezien, of verdere handhaving van een raadslid in het stichtings bestuur gewenst is Hoe het bestuur van het recreatieoord hierover denkt is niet bekend.In trekking van dit voorstel, zoals de heer Moedt suggereert, beveelt spre ker niet aan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1970 | | pagina 9