18o Nota inzake de woningbouw.
GEMEENTE IDAARDERADEEL Aan de gemeenteraad.
GROUW
No. 1282.
Grouw, 7 juli 1970.
Bij de behandeling van de gemeentebegroting in de aflopende zittings
periode is door meerdere raadsleden de aandacht gevestigd op de woningbouw
in deze gemeente.
Zo heeft de heer S. de Boer gepleit voor een doorbreking van de bestaan
de bouwstijl en het brengen van variatie in het type van de te bouwen wo
ningen, alsmede voor een ruimere opzet van de bestemmingsplannen door toe
passing van groenstroken en beplanting en voor extra-voorzieningen ten be
hoeve van de particuliere bouw.
Verder heeft de heer Moedt gewezen op het belang van de bevordering van
het forensisme en op het binden van de middengroepen door stimulering van
de bouw van meer gerieflijke woningen in de particuliere sector.
Gevolg gevende aan een wens van de heer S. de Eoer tijdens de algemene
beschouwingen over de begroting voor 1970 bieden wij u bij deze een nota
inzake de woningbouw aan, die enerzijds bedoeld is, om u informatie te ver
schaffen omtrent verschillende facetten van dit onderdeel van gemeentelijke
zorg en anderzijds mede zou kunnen dienen als richtsnoer voor een planmatig
beleid in de toekomst.
1. Algemene ontwikkeling sinds 19^9.
Na de tweede wereldoorlog is de woningbouw in Nederland vrij snel op
gang gekomen, met name in de niet geteisterde gebieden.
De door de oorlogshandelingen getroffen streken verkeerden in een wel
zeer ongunstige positie, omdat onvoldoende materialen en financiën aanwezig
waren en omdat aan de meest elementaire beginselen van de planologie niet
kon worden voldaan.
Het "contingent" kwam derhalve beschikbaar voor die gemeente, waar di
rect met de realisering van de bouw kon worden begonnen. De gemeente Idaar-
deradeel kon van deze regeling profiteren en kreeg een toewijzing van 6U
woningwetwoningen in de direct op de oorlog volgende jaren. Ook in die tijd
gold nog meer dan thansdat niet gerealiseerde contingenten worden terug
genomen en alsnog andere gegadigden werden toegewezen.
Een belemmerend element bij de voortgang van de woningbouw was de om
standigheid, dat er met name ten plattelande weinig goede en goed-ingerichte
aannemersbedrijven waren, die over ervaring beschikten met het bouwen van
grote aantallen woningen.
De aanvankelijke bouw van woningwetwoningen vond plaats ingevolge de
Bijdrageregeling Woningbouw 19U8welke de zogenaamde variabele bijdragen
kende. Dit hield verband met het feit, da.t de huurprijzen van de gereed ge
komen woningen werden vastgesteld op het prijspeil van 10 mei 19^0. De toen
malige huurprijzen varieerden van ongeveer 3,50 tot b,50 per woning per
week. De variabele bijdrage zorgde voor een sluitende exploitatie van de
woningen met ingecalculeerde en door het rijk vastgestelde normen voor on
derhoud en algemene beheerskosten.
Het valt te betreuren, dat het beeld van de volkshuisvesting in de af
gelopen 25 jaren moest worden bepaald door de centrale overheid. Nog steeds
kennen wij de bouwbeheersing, de beheersing van de grondprijs, de normen
voor onderhoud en algemeen beheer. Er blijft in verband hiermede weinig
ruimte over voor "de slinger en de sier", waarvan het raadslid, de heer
de Boer indertijd repte. Onder deze omstandigheden is het begrijpelijk, dat
de gemeenten genoodzaakt waren, hun bestemmingsplannen op te zetten met
smalle straten, een minimum aan trottoirs en weinig groen voorzieningen en de
bouw van woningen,gelet op de grote vraag, te richten op een haast onverant
woorde soberheid.
Er is in de na-oorlogse periode in deze gemeente een zeer bevredigende
bouwactiviteit ontwikkeld, zoals u uit onderstaand overzicht moge blijken.
-2-