De bestuurlijke organisatie van de gemeenten
in Midden-Friesland.
Aan de raden der gemeenten Idaardera-
deel, Utingeradeel, Daarderadeel en
Rauwerderhem.
Algemeen.
Via de publiciteitsmedia zult u ongetwijfeld kennis hebben genomen
van de discussie, welke er de laatste tijd gaande is omtrent de samen
werking van gemeenten, de gewestvorming en de gemeentelijke herindeling.
Deze discussie is toe te schrijven aan het feit, dat de problemen,
waarvoor de gemeentebesturen zich gesteld zien, toenemen. Belangrijk hier
bij is ook, dat het dienstverlenende karakter van de overheidstaak meer
en meer naar voren treedt en de aandacht sterker dan voorheen gericht wordt
op het welzijn van de mens.
Deze nota - vrucht van de denkbeelden van de dagelijkse besturen
van de gemeenten Baarderadeel, Idaarderadeel, Rauwerderhem en Utingera
deel - wil een bijdrage trachten te leveren tot bovenbedoelde discussie.
Zij is deels afgestemd op de nota inzake de gemeentelijke herindeling,
welke de minister van binnenlandse zaken bij brief van 26 november 1969
heeft uitgebracht aan de beide Kamers der Staten-Genraal, deels op het u
toegezonden rapport van de Studiecommissie Herziening gemeentegrenzen in
de provincie Friesland.
Zal een gemeentebestuur ook in de toekomst zijn taaie naar behoren
kunnen vervullen, dan is het noodzakelijk, dat het de hand houdt aan de
pols van de maatschappelijke ontwikkeling en inzicht verkrijgt in de wij
zigingen, die zich in de samenleving zullen voltrekken.
Mede door de verbeterde communicatiemiddelen is de burger niet meer
zo sterk als vroeger aan zijn woonplaats gebonden. Hoewel dus gesteld kan
worden, dat het oorspronkelijke, vaak besloten locale milieu gedeeltelijk
is opengebroken, en het locale en regionale milieu in elkaar overgelopen,
blijft het directe woonmilieu i-oor de burger van groot belang. Hij verlangt
dan ook een zo hoog mogelijk voorzieningenpeil zo dicht mogelijk bij zijn
woning.
Het behoort tot de taak van het locale bestuur, om aan dit verlangen
zoveel mogelijk tegemoet te komen en een leefklimaat te scheppen, waarin
het welzijn van de burger en zijn betrokkenheid bij dat bestuur zijn ge
waarborgd. In dit verband achten wij het tevens van belang, dat wordt na
gegaan, of en in hoeverre het gewenst isbinnen een gemeente bevoegdhe
den over te dragen aan kleinere eenheden, zoals dorpsraden wijkraden
en commissies.
Bij zijn handelen zal het gemeentebestuur naar de thans geldende
normen de bevolking inspraak behoren te geven in voor haar belangrijke
beslissingen em op ruime schaal voorlichting behoren te geven, zulks ten
einde een goede relatie tussen bestuur en burger te verzekeren.
Om zijn taak in de welzijnsverzorging zowel nu als in de toekomst
op adequate en efficiënte wijze te kunnen vervullen, is het noodzakelijk,
dat het locale bestuur voldoende draagvlak bezit en over een goed geor
ganiseerd apparaat beschikt.
Hoewel stellig niet gezegd kan worden, dat de toeneming van de
bestuurskracht recht evenredig is aan de vergroting van het inwonertal,
wordt in het algemeen de mening aangehangen, dat een te kleine gemeente
niet meer in staat is, haar taak in een steeds dynamischer wordende samen
leving naar behoren te vervullen. Dit is mede toe te schrijven aan het
feit, dat de uitkeringen uit het gemeentefonds voor kleine gemeenten re
latief te laag zijn.