10. Beroepschrift van de Nationale Grond
Trustee te Amsterdam tegen weigering
van een bouwvergunning.
GEMEENTE IDAARDERADEEl
GROUW
No. 903.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 28 april 1971.
Bij ons besluit van 11 januari j.l. hebben wij aan de heer P.A. de Bruin
als gedelegeerde van de Nationale Grond Trustee te Amsterdam vergunning geweigerd
voor de bouw van een zomerverblijf nabij het Izakswiid op het perceel, kadastraal
bekend gemeente Warrega, sectie B, no. 2530.
Bij deze beslissing is overwogen:
dat de grond, waarop aanvrager voornemens is, de bouw te doen uitvoeren in
het vigerende bestemmingsplan voor het buitengebied de bestemming heeft van
''natuurgebied"
dat krachtens het bepaalde in het bij voornoemd plan behorende "Nadere Bepalingen"
op deze gronden generlei bebouwing is toegestaan, behoudens, indien:
a. bebouwing noodzakelijk is voor het beheer en onderhoud van het betreffende
natuurgebied;
b. agrarische bebouwing wordt beoogd en in het gebied gronden zijn begrepen,
welke voor landbouwkundige doeleinden in gebruik zijn, en de bedrijfsopper-
vlakte voor het merendeel in het natuurgebied is gelegen;
dat het overgelegde bouwplan niet beoogt een bebouwing als onder a en
of b bedoeld;
dat het ingediende bouwplan mitsdien in strijd is met voornoemde "Na
dere Bepalingen"
dat de gevraagde vergunning krachtens het bepaalde in artikel 1+8, eerste
lid, der woningwet, juncto artikel 21, eerste lid, der bouwverordening, derhalve
moet worden geweigerd.
De heer de Bruin heeft onder dagtekening van 10 maart j.l. een beroep
schrift tot de raad gericht, dat alhier is ingekomen op 11 maart j.l.
In dit beroepschrift voert de heer de Bruin onder meer aan, dat de over
gangsbepalingen artikel 19 van de "Nadere Bepalingen") ten onrechte niet zijn
toegepast, omdat het vroegere bouwsel "De Keet" niet, zoals door de gemeente
is gesteld, gedurende enige jaren buiten gebruik was.
De commissie voor administratief beroep constateert in bijgaand rapport,
dat het beroepschrift voor 15 februari j.l. had moeten zijn ingediend, an in
behandeling te kunnen worden gencmen. Nu de heer de Bruin de beroepstermijn
heeft overschreden, zal naar het oordeel van de commissie moeten worden volstaan
met niet—ontvankelljkverkla-ring.
Wij zijn het met de zienswijze van de commissie geheel eens en stellen
u derhalve voor, de heer de Bruin in zijn beroep niet ontvankelijk te verklaren
en daartoe te nemen een besluit, waarvan het concept bij de raadsstukken voor
u ter inzage ligt.
Burgemeester en wethouders
der gemeente Idaarderadeel,
K.J. Vrijling, burgemeester.
D. Smits
secretaris.