GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No. ^kk2.
6. Verzoek om adhesiebetuiging aan een motie
van de raad der gemeente Rauwerderhem in
zake rijksuitkeringen.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 30 juli 1971.
De raad van Rauwerderhem heeft verzocht adhesie te betuigen aan zijn
besluit van 23 februari 1971 waarbij een motie is aangenomen, waarin wordt
aangedrongen op herziening van verschillende rijksvergoedingsnormen. Het be
treft hier de volgende vergoedingen:
1. de stichtingsnormvergoedingen voor kleuteronderwijs
bas isonderwi j s
en gymnastieklokalen;
2. de exploitatienomvergoedingen voor: kleuterscholen,
scholen voor basisonderwijs r
en gymnastieklokalen;
3. de z.g. vergoeding per inwoner uit het gemeentefonds.
Als algemene opmerking vooraf delen wij u mede, dat omtrent de wijze
van berekening van de onder 1 en 2 bedoelde normen practisch geen gegevens
bekend zijn. Ten aanzien van de stichtingskosten van de voor 19^7 gestichte
kleuterscholen heeft de minister uitvoerige gegevens verstrekt norm voor
grondoppervlakte, stichtingskosten per lokaal, inventaris etc. etc. Van
de exploitatiekosten voor kleuterscholen voor 1967 zijn ook nomen bekend
kosten schoonhouden, verlichting, verwarming etc. Van alle andere normen
zijn geen of uiterst schaarse gegevens afschrijving 2,5$, rentepercentage)
beschikbaar. Dit maakt het voor de gemeenten practisch onmogelijk, steekhou
dende kritiek te leveren op de rijksnormen. De gemeente heeft voor dit pro
bleem het vorige jaar de aandacht gevraagd van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten. Het antwoord ligt voor u ter inzage.
Stichtingsnormvergoedingen.
Bij deze nomen wordt bij het kleuteronderwijs uitgegaan van 5 gemeente
klassen, bij het basisonderwijs van 2 klassen en bij de gymnastieklokalen van
3 klassen.
Tegen de indeling van het kleuteronderwijs in de Ue klasse en met name
tegen de daarbij gehanteerde grondk.ostennom van 15»per m^. heeft deze
gemeente in 1969 reeds geprotesteerd. De minister zal, zo nodig, bij de her
ziening van de classificatie, hieraan aandacht schenken.
Bij de klasseindeling baseert de minister zich op de verschillen in
stichtingskosten. De nomen voor de jaren tot en met 1966 voor basis- en gym
nastiekonderwijs zijn het vorige jaar bekend geworden, dat wil zeggen de ver-
goedingsnomen, besta' de uit rente en afschrijving. Omtrent de opbouw en het
bedrag van de feitelijke stichtingskosten is niets bekend.
Nomvergoedingen voor de stichtingskosten van kleuterscholen, gesticht
na 19é7 zijn tot nu toe in het geheel niet bekend. Het is duidelijk, dat het
rijk hier zeer ernstig in gebreke is.
De ervaring, opgedaan met de stichtingsvergoedingen voor de in de
laatste jaren gestichte gymnastieklokalen wijzen er op, dat de rijksvergoe
dingen te laag zijn ten opzichte van de door de gemeente te dragen kapitaal-
lasten. Ook voor de scholen voor basisonderwijs te Wartena en Warga worden aan
zienlijke tekorten berekend.
Voor de nieuwe kleuterscholen te Grouw, Warga en Wartena zijn de cijfers
niet zonder meer te geven, omdat de gemeente semi-pemanente scholen sticht,
welke in 30 jaren worden afgeschreven en, zoals gezegd, rijksnomen na 1967
in het geheel niet bekend zijn. Weliswaar worden door de gemeente bepaalde
trendverhogingen op de laatstbekende vergoedingen 1967toegepast, doch dan
nog is geen goede vergelijking mogelijk, omdat deze vergoedingen zijn gebaseerd
op een 60 (I jarige annuïteit.