Grouv, 26 august us 19T"f
De commissie voor Administratief Beroep heeft in haar heden gehouden ver
gadering de heer J. Hotsnsa te Warga in de gelegenheid gesteld, zijn tot de raad
gericht beroepschrift d.d. 22 juli j.l. tegen het besluit van burgemeester en wet
houders d.d. 2k juni j.l. tot weigering van een vergunning voor de bouw van een
houten aanbouw tegen de me Ik stal in de Grote Vargast e meerpolder op het perceel,
kadastraal bekend gemeente Warrega, sectie A no. 862, nader toe te lichten.
De heer Hotsma zette uiteen, dat hij in 1967 plaatse met vergunning van
burgemeester en wethouders een zomeraelkstal heeft gebouwd. Hij heeft thans be
hoefte aan uitbreiding, omdat hij het veeweiden heeft geïntensiveerd en een trek
ker en enkele machines heeft aangeschaft. Zonder zich te realiseren, dat hij daar
voor een bouwvergunning nodig had, heeft hij de aanbouw geplaatst, mede cm de
heer Bles te Warga tijdelijk te gerieven voor de beschutting van zijn paarden en
venlens. Als de aanbouw, waarvoor thans vergunning is geweigerd, zou moeten ver
dwijnen, dan zou hij ernstig in zijn bedrijfsvoering worden belemmerd. Hij zou,
mede in verband met zijn kostenfactoren de mogelijkheid moeten behouden, cm in
de toekomst, behalve de thans gerealiseerde aanbouw, nog verdere uitbreidingen te
plegen,
De heer Hotsma meende, dat er wel mogelijkheden zijn, hem terwille te zijn,
hetzij op grond van de overgangsbepalingen van het bestemmingsplan, hetzij dcor
het nemen van een voorbereidiugsbesluit en een verklaring van geen bezwaar van
gedeputeerde staten.
Ha kennisneming van de uiteenzetting van de heer Hotsma en van de overgelegde
stukken heeft de commissie geconstateerd, dat het plaatsen van de aanbouw in
strijd is met het bestemmingsplan voor het buitengebied, dat toepassing van de
overgangsbepalingen niet mogelijk is, omdat deze betrekking hebben op in 1965 be
staande .bebouwing en de zcsaerstal eerst in 1967 is gebouwd, en dat het bevorderen
van een wijziging van het bestemmingsplan door middel van een voorbereidingsbesluit
voor het 'betrokken gebied ongewenst moe* worden geacht.
De commissie is derhalve van oordeel, dat de gevraagde bouwvergunning te
recht is geweigerd, zodat zij in overweging geeft, het beroepschrift ongegrond te
verklaren en het weigeringsbesluit te handhaven.
Aan de raad.
burgemeester en wethouders
De commissie voornoemd,
w.g. P. van der Hem.
w.g. Sjde Boer.
w.g. J. Meester.