13. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de bedragen, bedoeld in artikel 47 der kleuter- onderwijswet over het jaar 1970 en over de periode van 1966 tot en met 1970. 3^ GEMEENTE IDAARDERADEEL GROUW No. 2424. Aan de gemeenteraad. Grouw, 29 oktober 1971» Ingevolge artikel 47 der kleuteronderwijswet dient u jaarlijks vóór 1 de cember voor de in de gemeente gevestigde openbare kleuterscholen voorlopig vast te stellen: a. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaande kalenderjaar terzake van de in artikel 38 onder h en i bedoelde kosten (onderhoud, verlichting, verwarming en schoonhouden van schoolgebouwen) ten behoeve van die scholen werkelijk heeft uitgegeven. b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 43, eerste lid, óf artikel 46 per lokaal bepaald bedrag in verband met het aantal lokalen van die scholen voor het kalenderjaar daarvoor van rijkswege beschik- baar is gesteld; c. indien het onder a bedoeld bedrag verschilt van dat onder b, het bedrag van het verschil; d. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaand kalenderjaar terzake van de in artikel 38 onder j tot en met 1 bedoelde kosten (onderhoud van schoolmeubelen, ontwikkelingsmateriaal, hulpmiddelen en schoolbehoeften, aanschaffing van ontwikkelingsmateriaal, hulpmiddelen en schoolbehoeften, voorzover strekkende ter vervanging of aanvulling in verband met slijtage en alle andere uitgaven ter verzekering van de goede gang van het onder wijs) ten behoeve van die scholen heeft uitgegeven; e. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 44, eerste lid, pf artikel 46 per leerling bepaald bedrag in verband met het aantal kleuters van die scholen voor dat kalenderjaar daarvoor van rijkswege beschikbaar is gesteld; f. indien het onder d. bedoelde bedrag verschilt van dat onder e., het bedrag van het verschil. Voor 1970 dienen bovenbedoelde bedragen voor de openbare kleuter- scholen onderscheidenlijk te worden vastgesteld op: 24.533,32; b. 17-687,50; c. 6.845,82; d. 7-041,24; e. 6.888,60 en f. 152,64. Eenmaal in de 5 jaren en thans voor het tijdvak van 1966 tot en met 1970 behoort mede voorlopig te worden vastgesteld: 1. het totaalbedrag van de sub a. bedoelde kosten; 2. het totaalbedrag van de sub b.vermelde vergoeding; 3. indien het onder 1 bedoelde bedrag, dat onder 2 bedoeld overschrijdt.het bedrag van de overschrijding per lokaal; 4. het totaalbedrag van de sub d. bedoelde kosten; 5. het totaalbedrag van de sub e. bedoelde vergoeding; indien het onder 4 vermelde bedrag dat onder 5 bedoeld overschrijdt, het bedrag van de overschrijding per kleuter. De hierbedoelde bedragen dienen als volgt te worden vastgesteld: 1. 91.402,03; 2. 65.271,76; 3- f 2.529,55; 4. 23.403,55; 5. f 30.413,39; 6. nihil (geen overschrijding). Wij stellen u voor conform het vorenstaande te besluiten door vast-, stelling van het overgelegde concept-besluit. Burgemeester en wethouders der gemeente Idaarderadeel K.J. Vrijling, burgemeester. D. Smits secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1971 | | pagina 57