-3- De korting op de uitkering wegens andere inkomsten is wat uitvoeriger geregeld dan in de bestaande verordening, (art. 1+) Verder is in het model een nieuwe bepaling opgenomen, die het mogelijk maakt, na het overlijden van een gewezen wethouder aan de weduwe of weduwnaar een bedrag uit te ke- ren, gelijk aan de uitkering, waarop de gewezen wethouder op de dag van het overlijden recht had, berekend over drie maanden. Bij de uitkering van dit snartegeld volgt men de bepalingen van arti kel H15 van het Algemeen Ambtenarenreglement, Nieuw is ook de bepaling, dat hij, die tijdelijk met de waarneming van het wethouderschap belast is geweest, niet in aanmerking komt voor een uit kering, behalve wanneer zijn tijdelijk wethouderschap langer dan 30 dagen heeft geduurd en zonder onderbreking overgaat in een "definitief wethouder schap" Ingevolge de modelverordening zou een wethouder, die per 1 januari 19T2 zou aftreden, maximaal aanspraak kunnen maken op de volgende uitkerin gen, wanneer een jaarlijkse weddeverhoging van 6wordt aangehouden: 1972: 80$ van 5575,— 1+1+60,— 1973: 70$ van 5575,— 6$) 1+137,— 197^: è0% van 5910,— 6%) 3759,— 1975: 60$ van 6261*,— 6%) 398I+,— 1976: 60% van 661*0,— 6%) 1*223,— 1977: 60% van 7038,— 6%) 1*1*76,— Totaal ƒ23039,— De maximale uitkering komt derhalve rond kOOO,hoger te liggen dan. bij toepassing van de bestaande verordening. Pensioen In de vigerende verordening werden, zoals uit het vorenstaande moge blij ken, reeds het eigen pensioen bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd, het weduwen- en wezenpensioen, alsmede het verband tussen deze pensioenen en het pensioen krachtens de Algemene Ouderdomswet geregeld. De Appa beoogt nu in de eerste plaats aanpassing van de bestaande pen sioenregeling aan de Algemene Burgerlijke Pensioenwet, te weten: 1. de berekening van het weduwen- en wezenpensioen; 2. de begrenzing bij samenloop van pensioenen uit eenzelfde politiekefunc- tie 3. de pensioenpremie; 1*. het geven van bepalingen inzake: a. het bijzonder weduwenpensioen (indien het huwelijk op vordering van de vrouw is ontbonden); b. betaling van AOW/AWW-premie 5. het geven van administratieve bepalingen. Het pensioen van de wethouder blijft volgens de nieuwe regeling, voor ieder dienstjaar als wethouder, met een maximum van 20 jaren, 3g van de laatstelijk genoten wedde, met dien verstande, dat deze wedde wordt aange past aan wijzigingen als gevolg van algemene salarisverhogingen (art. 1*6), m.a.w. het pensioen is we1vaartsvast. De pensioenpremie is verhoogd van 1*§ tot 10$, verminderd met een bedrag, dat, herleid tot een jaarbedrag, 6624,bedraagt. Dit betekent, dat een wethouder in een gemeente als de onze geen pensioenpremie is verschuldigd, tenzij de wethouder tevens pensioenpremie verschuldigd is uit hoofde van de hoedanigheid vran ambtenaar in de zin van de Algemene Burgerlijke Pen sioenwet Het weduwenpensioen is aanmerkelijk verbeterd. Bedroeg het weduwenpen- sioen ingevolge artikel 25 van de bestaande verordening de helft van het pen sioen, waarop de overleden wethouder aanspraak of uitzicht zou hebben gehad, volgens de modelverordening bedraagt het weduwenpensioen voor ieder dienst jaar van de echtgenoot als wethouder, tot een maximum van 20 jaren, 2van de laatstelijk genoten wedde, aangepast aan de salarisverhogingen van het overheidspersoneel, die een algemeen karakter dragen. Hoewel in de modelverordening anders geredigeerd, ondergaat het wezen pensioen materieel geen wijziging, (art. 2b)

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1971 | | pagina 77